Verzetzaak Bouterse naar april
PARAMARIBO De verzetzaak tegen Desi Bouterse is verschoven naar 29 april. Deze zaak zou op 31 maart voorgaan, maar vanwege de COVID19crisis worden strafzaken uitgesteld. Daarom is ook de zaak van Bouterse uitgesteld. Advocaat Irvin Kanhai bevestigt dat deze zaak op 29 april wordt behandeld.
Cynthia Valstein-Montnor, president van de krijgsraad, zei op de vorige zitting dat in artikel 367 van het Wetboek van Strafvordering staat dat indien degene die in verzet is gekomen, ten dienende dage in rechte verschijnt, de zaak wordt behandeld als ware het rechtsgeding bij verstek niet voorafgegaan. Bouterse verscheen toen voor de krijgsraad. Valstein-Montnor hield hem voor dat hij bij verstek is veroordeeld tot twintig jaar celstraf op 29 november 2019. Zij gaf aan dat het verzet is aangetekend op 2 december en dat hij door het Openbaar Ministerie is gedagvaard op 30 december.
Valstein-Montnor zei verder dat in artikel 365 van het Wetboek van Strafvordering staat dat binnen twee maanden nadat het verzet is gedaan, de zaak door een dagvaarding vanwege de vervolgingsambtenaar aan de veroordeelde wordt betekend, aanhangig gemaakt ter terechtzitting van het gerecht, dat het vonnis bij verstek gewezen heeft. Er vond geen inhoudelijke behandeling van de zaak plaats, omdat een van de leden van de kamer niet aanwezig was. De kamer die de zaak behandelt, bestaat uit Valstein-Montnor, Suzanne Chu en Rewita Chatterpal. Chatterpal was afwezig; in haar plaats zat rechter Anandkoemar Charan aan.
WJ