2 april: Wereld Autisme Dag
De Verenigde Naties hebben 2 april uitgeroepen tot Wereld Autisme Dag (World Autism Awareness Day), een dag waarop autisme wereldwijd in de schijnwerpers staat. Deze dag is bedoeld om iedereen bewust te maken van wat autisme eigenlijk is. Autisme is een aangeboren aandoening waardoor signalen in de hersenen niet goed worden verwerkt. Autisten ervaren hun omgeving als onsamenhangend en kunnen zich moeilijk in anderen inleven. Naar schatting 35 miljoen mensen over de gehele wereld hebben een stoornis in het autistisch spectrum.
Een theorie stelt dat autisme wordt veroorzaakt door een complexe interactie van verschillende genen. Welke combinatie van genen dat zou zijn, is nog onduidelijk. Uit onderzoek is gebleken dat gen CDH10 een rol kan spelen bij autisme.
Volgens studies, uitgevoerd tussen 1977 en 1995, zou 90 procent van de gevallen van autisme te maken hebben met een erfelijke aandoening. Onderzoek is gedaan met hulp van tweelingen en via familiestudies. De resterende 10 procent zou door omgevingsvariabelen veroorzaakt worden. Echter, in een uitgebreider onderzoek dat in 2011 is uitgevoerd, wordt de invloed van erfelijkheid op 35 tot 60 procent ingeschat en wordt de invloed van omgevingsfactoren veel hoger ingeschat dan vroeger het geval was.
Hoe groter het aantal mensen met autisme binnen een familie, hoe groter de kans dat er nog meer kinderen komen met autisme of autistiform gedrag. Eén van de theorieën die nog worden onderzocht, is dat stoornissen in spiegelneuronsystemen met autistische verschijnselen samenhangen. Autisten ervaren alles in fragmenten. Ze kunnen geen geheel maken van de informatie in hun hoofd. Daarbij zien ze elk detail. Alles komt even hard aan. Iemand met autisme die door de Kalverstraat loopt, zou gek worden van alle impulsen die op hem afkomen. De stoornis is op jonge leeftijd lastig te diagnosticeren. De diagnostische criteria vereisen wel dat bepaalde symptomen reeds vóór het derde levensjaar duidelijk worden. Hoewel de diagnose tegenwoordig doorgaans vroeg gesteld wordt, komt het ook nog vaak voor dat autisme pas op latere leeftijd duidelijk wordt, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een normale of bovengemiddelde intelligentie. Dit komt met name door gewijzigde diagnostische criteria. Vaak komen de problemen op school aan het licht. Scholen zijn maar weinig gespecialiseerd in het begeleiden van autistische leerlingen.
Autisme kan niet genezen worden. Vroeger dacht men dat alleen mensen met een verstandelijke handicap autistisch konden zijn. Tegenwoordig wordt autisme als grotendeels onafhankelijk van de intelligentie beschouwd. Door de moeilijkheden met het opbouwen van langdurige en intensieve contacten, kan autisme leiden tot een vereenzaamd leven met weinig of geen sociale contacten. Een minderheid van de volwassenen met autisme is in staat een relatie op te bouwen. Slechts een klein deel van hen heeft kinderen (vaak ook met autisme). Toch bestaan er volledig autistische gezinnen die door deze homogeniteit harmonieus functioneren. Zowel op school als in de werksituatie kan autisme tot integratie- en leiden.
acceptatieproblemen
Personen met autisme hebben meestal hulp nodig op het gebied van communicatie, omgang met gevoelens en kritiek, maar ook met geld en huishouden. Verder heeft het autisme van een persoon vaak ook effect op zijn omgeving (ouders, broers en zussen, partners, professionelen). Duidelijkheid over de diagnose, informatieen ervaringsuitwisseling en het inzetten van hulpverleners helpen de omgeving bij de omgang met mensen met autisme. De maatschappij verbindt de term ‘autisme' nog steeds aan de kenmerken van klassiek autisme bij personen met een verstandelijke beperking: opvallende beperkingen in het sociale contact, weinig of geen gesproken taal, duidelijk stereotiepe (motorische) handelingen en een opvallende weerstand tegen veranderingen. Anderzijds heerst ook vaak het misverstand dat kinderen met autisme onhandelbaar en agressief zouden zijn.
(Bron: Beleven en wikipedia)