AP: Artsen mogen medisch dossier coronapatiënt niet inzien zonder akkoord
AMSTERDAM - Artsen op een huisartsenpost of op de eerste hulp mogen volgens de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) het medisch dossier van patiënten die positief zijn getest op het coronavirus niet inzien zonder toestemming van de patiënt. Dat schreef NRC gisteren.
De AP waarschuwt ministers Martin van Rijn (Medische Zorg) en Hugo de Jonge (Volksgezondheid) hiervoor in een brief nu zij aan een tijdelijke regeling werken die inzage wel mogelijk maakt. “Vanwege de coronacrisis vindt de Autoriteit Persoonsgegevens het gerechtvaardigd dat ook de medische gegevens van coronapatiënten tijdelijk zijn in te zien, maar alleen als patiënten daar ter plekke toestemming voor geven. Tenzij de patiënt daartoe niet meer in staat is”, zei AP-voorzitter Aleid Wolfsen tegen NRC. “Medische gegevens betreffen gevoelige, zeer persoonlijke informatie, waarop het medisch beroepsgeheim van de arts rust. De bescherming daarvan is een fundamenteel privacybeginsel, dat ook nu overeind moet blijven”, vervolgt Wolfsen. Vanwege COVID-19 willen de ministers een versoepeling van de regels rondom privacy. Het kabinet vindt dat de beoordeling van verdachte gevallen op huisartsenposten nu te traag gaat door de huidige privacyregels.
Vanwege het coronavirus komen patiënten vaak niet bij hun eigen huisarts terecht, schrijft NRC. De arts die ze wel toegewezen krijgen, heeft vaak geen inzage in iemands medisch dossier. Dit maakt de beslissing om iemand door te sturen naar het ziekenhuis of thuis uit te laten zieken lastiger. Zonder inzage in het dossier kunnen artsen niet zien of iemand een verhoogd risico loopt, bijvoorbeeld vanwege diabetes of hartproblemen. Om deze reden zou er volgens het kabinet een uitzondering moeten zijn waarbij expliciete toezegging van de patiënt tijdelijk niet nodig is. Op dit moment hebben in Nederland ongeveer acht miljoen mensen toestemming gegeven voor inzage in hun medisch dossier. Een miljoen Nederlanders hebben dat verboden. Het overige deel van de Nederlandse bevolking heeft hier geen beslissing over vastgelegd.
(NU)