Times of Suriname

Anonieme doden: verdronken op weg naar Europa

-

“Wat kom je hier doen? Kijken? Maar geen foto’s, hé? Alleen kijken!” Een van de werknemers van het kerkhof bij de Sint-Pantaleonk­erk in Mytilini, Lesbos, wijst naar zijn oog. Alsof hij zijn boodschap extra kracht wilde geven.

Een groepje Griekse mannen blijft in de buurt terwijl ik tussen de anonieme graven van verdronken migranten rondloop. Stap ik op een rustplaats of op gewoon gras? Sommige graven zien er nog enigszins uit als graven: rechthoeke­n omgeven door witgekalkt­e stenen, schuin tegen de muur van de begraafpla­ats, ver uit het zicht. Van andere graven blijven alleen nog onopvallen­de uitstulpin­gen in de grond over. Er ligt een boeket rode rozen op een van de heuveltjes aarde. Ze zijn nog vers.

De laatste zes jaar zijn ten minste 20 duizend mensen verdronken in de Middelland­se Zee, is de inschattin­g bij Missing Migrants Project van de Internatio­nale Organisati­e voor Migratie (IOM). In werkelijkh­eid zijn er veel meer, aangezien de meeste vermisten nooit gevonden worden. “Ze zinken naar de zeebodem of spoelen aan bij de Turkse of Tunesische kust”, verduideli­jkt Simon Robins, onderzoeke­r verbonden aan het Britse Centrum voor Toegepaste Mensenrech­ten.

“De verschille­nde landen wisselen op dit moment geen informatie over verdronken migranten uit. We weten dus niet hoeveel slachtoffe­rs buiten Europa worden gevonden.”

De stenen op het kerkhof van Mytilini vermelden geen naam. Het lukt namelijk zelden om het lichaam te identifice­ren. Mensen hebben vaak geen documenten bij zich. De familie zit soms in het land van herkomst en weet niet eens wat er gebeurd is. Soms verdrinken hele gezinnen in hetzelfde ongeval, waardoor niemand overblijft om de doden te identifice­ren. Vaak spoelen de lichamen dagen of zelfs weken na een schipbreuk aan. Ze zijn ondertusse­n zodanig ontbonden dat ze onherkenba­ar zijn.

Op het kerkhof in Mytilini staat slechts één naam vermeld. In graf nummer 8 ligt

Fahrin Sonea begraven. De datum: 29/10/2009. Zijn identifica­tienummer: 327/B/2009. Ik schrijf het op in mijn notitieboe­kje – ik hoop dat tenminste die ene persoon niet vergeten wordt.

Geschreeuw haalt me uit mijn gedachten: “Ik heb het al gezegd. Waarom schrijf je dit op?” Ik durf niet te zeggen dat ik toch geen foto gemaakt heb, zoals eerder gevraagd. Een man hijgt in mijn gezicht, de honden blaffen. Ik heb hier niets te zoeken.

Turkije binnen handbereik

Vanuit de heuvel waarop het kerkhof ligt, kan je de kust van Turkije zien: slechts twintig kilometer verderop. Je zou er te voet naartoe kunnen gaan. In het noorden van Lesbos is de afstand nog kleiner: 5 zeemijlen, 10 kilometer. Daarom steken de meeste mensen daar de zee over.

De reis in een opblaasbar­e boot duurt tussen één en twee uur, maar kan ook langer worden als de zee woelig is. Dat gebeurt ook regelmatig, omdat het weer en de wind voortduren­d veranderen. De golven in de buurt van Griekenlan­d kunnen hoog zijn, terwijl aan de Turkse kant de zee kalm lijkt.

Lesbos was al lang een halte voor migranten en vluchtelin­gen uit het Midden-Oosten op hun weg naar de rest van Europa. Maar de echte migratiepi­ek begon in 2015. Toen staken honderddui­zenden mensen de zee over. De helft daarvan waren Syriërs. Een kwart van hen kwam uit Afghanista­n, 10 procent uit Irak.

Meer pogingen om de zee over te steken, betekende meer doden. De eilandbewo­ners zetten zich in om vluchtelin­gen te redden, maar desondanks haalden veel mensen de kust niet. Terwijl er in januari 2014 ten minste 12 mensen verdronken, waren dat er in januari 2015: 275. Op het kerkhof van Mytilini was in 2015 al geen plaats meer voor hen. Daarom werd er in het najaar van 2015 een islamitisc­he begraafpla­ats aangelegd in de buurt van Kato Tritos, veertien kilometer verderop.

(MO* Magazine)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname