Akmos-voorzitter: “Situatie COVID-19 maakt burgers werkloos”
PARAMARIBO - “De situatie rondom COVID-19 zorgt ervoor dat werknemers brodeloos thuiszitten, omdat ze niet aan het werk kunnen en dus velen ook dan niet worden uitbetaald door hun werkgever. Doordat de zaken gesloten zijn en de ondernemers geen inkomen hebben nu, is er dus ook geen geld om hun personeel te betalen”, zegt Shyam Binda, voorzitter van de Associatie voor Kleine- en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos), in gesprek met de krant.
Volgens hem is er op dit moment niemand die denkt aan het lot van deze mensen. “Hoe moeten ze de komende periode overleven. Het is niet de schuld van de ondernemers en ook niet van de werknemers. Gezien dit een ‘ramp’ is, zou de overheid met een noodfonds moeten komen zoals in Nederland, waar de regering wel een uitkering kan geven aan de burgers, maar niemand in Suriname denkt nog daaraan.
Gezinnen hebben het normaliter al moeilijk om het hoofd boven water te houden en zonder inkomen nu kunnen ze nog minder voorzien in hun dagelijkse behoeften. Dit kan ook gaan leiden tot criminaliteit”, zegt Binda. Hij zegt verder dat de ondernemers niet alleen vanwege besmettingsgevaar genoodzaakt waren hun bedrijven te sluiten. “Er is ook geen koopkracht. Het kleine beetje geld dat men heeft, wordt besteed aan het opslaan van levensmiddelen en er blijft niets over om nog wat andere zaken te kopen”, zegt hij. Volgens Binda is de slechte toestand van het bedrijfsleven niet alleen te wijten aan de omstandigheden rondom COVID-19, maar het slechte financiële beleid van de overheid is daar ook debet aan.
Naar zijn mening zou er een opvang vanuit de overheid moeten zijn of ze zou met alternatieven moeten komen. “Alternatieven zoals belastingvrijstellingen of praten met de banken, want mensen hebben leningen die ze nu niet kunnen aflossen.” Op de vraag of Akmos ook gesproken heeft met de overheid over alternatieven, geeft hij als reactie: “Akmos gaat al lang niet meer om de tafel met de overheid, dat is water naar zee dragen! Met oneerlijke mensen kun je niet over eerlijke zaken praten.” Hij vult ook aan dat de overheid die verantwoordelijkheid op zich moet nemen.
JL