Politieke partij 21Su spant kort geding aan tegen Staat
PARAMARIBO – De politieke organisatie 21 Plus voor Suriname (21Su), heeft gisteren een kort geding aangespannen tegen de staat Suriname.
Anand Biharie, die 21Su juridische bijstand verleent, zegt dat het spoedeisende belang er is omdat de verzoekster uiterlijk 9 april gerechtigd moet zijn tot het indienen van lijsten van kandidaten voor de verkiezingen van volksvertegenwoordigende lichamen van 25 mei 2020. 21Su werd door het Centraal Hoofdstembureau medegedeeld dat zij niet mag meedoen aan de verkiezingen, waarna de partij in beroep ging bij de president. Volgens Biharie komt de president de wettelijke verplichting niet na om binnen drie dagen na ontvangst van het beroepschrift zijn beslissing aan verzoekster mee te delen.
Door het niet tijdig uitgevaardigd hebben van de beslissing, kan het gebeuren dat verzoekster niet kan deelnemen aan de verkiezingen van 25 mei waartoe vereist is dat verzoekster in het openbaar register van het Onafhankelijk Kiesbureau alsook van het Centraal Hoofdstembureau moet zijn ingeschreven teneinde vervolgens de lijsten van kandidaten voor de verkiezingen van volksvertegenwoordigende lichamen in te kunnen dienen. “Als zodanig bezit 21Su rechtspersoonlijkheid, wordt aldus in overeenstemming met het recht geldend in Suriname als een rechtssubject aangemerkt die zelfstandig drager is van rechten en plichten. In dit verband heeft te gelden dat 21Su heeft voldaan aan de vereisten zoals is vermeld in artikel 7 van het Decreet Politieke Organisaties het recht op inschrijving in het openbaar register van het Onafhankelijk Kiesbureau en van het Centraal Hoofdstembureau.
Het Centraal Hoofdstembureau is een orgaan van de regering, is niet bij wet als een rechtspersoon ingesteld, mist daardoor rechtspersoonlijkheid en wordt derhalve niet als een rechtssubject erkend en daardoor is het in overeenstemming met het geldend recht in Suriname dat het geen zelfstandige drager is van rechten en plichten.
Als gevolg van het voorgaande heeft te gelden dat het niet zelfstandig rechtshandelingen tegenover 21Su kan plegen.” Biharie vraagt de rechter om binnen vier uur na het te wijzen vonnis in goede justitie te bepalen termijn, 21Su in het openbaar register van het Onafhankelijk Kiesbureau en van het Centraal Hoofdstembureau te doen inschrijven onder verbeurte van een dwangsom van
SRD 1 miljoen, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom voor elk uur waarop gedaagde in strijd met het te wijzen vonnis mocht handelen. Ook wordt verzocht de gedaagde de verplichting op te dragen dat het Centraal Hoofdstembureau alle door 21Su aan te bieden lijsten van kandidaten voor de volksvertegenwoordigende lichamen te accepteren en tijdig te verwerken in het administratieve systeem, zodat kandidaten van 21Su door de kiezers kunnen worden gekozen. Voorts vraagt hij 21Su het recht te verschaffen om uiterlijk zestien dagen na vonnisdatum de lijsten van kandidaten voor de volksvertegenwoordigende lichamen te mogen aanbieden.
WJ