Wet Burgerlijke Uitzonderingstoestand COVID-19
PARAMARIBO - De Wet Burgerlijke Uitzonderingstoestand COVID-19 moet een eind brengen aan de ongecontroleerde verspreiding van het virus in Suriname die de volksgezondheid, veiligheid en economie van het land ernstig in gevaar brengt. De uitzonderingstoestand wordt voor drie maanden afgekondigd.
De wet moet de regering verplichten om een noodfonds op te zetten, zodat financiële en materiële ondersteuning aan burgers en bedrijven kan worden gegeven die door gedwongen stopzetting van bedrijfsactiviteiten in verband met de preventie van de verspreiding van COVID-19, hun inkomen verliezen of hun inkomen sterk zien verminderen. Ook zal de regering geld moeten vrijmaken voor gespecialiseerde instituten en organisaties die werken aan de bestrijding van COVID19. De specifieke maatregelen voor de financiële steun zullen per presidentiële resolutie worden vastgesteld, na advies van het COVID-19Crisis Managementteam dat zal worden ingesteld.
Als de wet in werking treedt, heeft de regering ook de bevoegdheid om gebouwen, terreinen en andere gelegenheden aan te wijzen die niet in gebruik zijn, om deze in te zetten als quarantainefaciliteiten, noodvoorzieningen voor isolatie van patiënten en noodziekenhuisvoorzieningen. Eventuele eigenaren van deze panden kunnen na afloop van de uitzonderingstoestand tegen kostprijs worden vergoed voor het gebruik van hun faciliteiten. De wet geeft de regering ook de bevoegdheid om burgers, bedrijven, instituten en organisaties te verplichten om met betrekking tot hun bewegingsvrijheid en hun sociaal-maatschappelijke en economische activiteiten de maatregelen voor het voorkomen of minimaliseren van de verspreiding van het nieuwe coronavirus, COVID-19, op te volgen.
Om de informatievoorziening naar de samenleving te garanderen, zullen middels deze wet alle houders van uitzendvergunningen van welke aard dan ook, verplicht zijn om door de regering bepaalde tijden de uitzending te garanderen van de door de regering aan de burger te geven informatie en instructie, betreffende COVID19. De wet geeft de regering ook de bevoegdheid om maatregelen te treffen tegen degenen die onjuiste berichten of informatie verspreiden in verband met COVID-19. Ook degenen die hun medewerking niet verlenen of de maatregelen niet opvolgen of de bepalingen van de Wet Burgerlijke Uitzonderingstoestand COVID-19 overtreden, worden gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete zoals deze in het Wetboek van Strafrecht en overige wettelijke regelingen is bepaald.
Er wordt een speciale COVID-19-Crisis Managementeam ingesteld, waarin zitting hebben de vicepresident en de directeuren van het Directoraat Nationale Veiligheid, Ministerie van Justitie en Politie, Ministerie van Volksgezondheid en Academisch Ziekenhuis Paramaribo, een vertegenwoordiger van het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing en de voorzitter van de door de minister van Volksgezondheid onmiddellijk na afkondiging van de uitzonderingstoestand in te stellen Epidemiologische crisiscommissie bestaande uit tenminste vijf Surinaamse epidemiologen.