Paaszaterdag /Stille Zaterdag
Paaszaterdag/Stille Zaterdag is de dag na Goede Vrijdag en de dag voor Pasen. Het is tevens de laatste dag van de vastentijd, die 40 dagen eerder begon op Aswoensdag.
Paaszaterdag/Stille Zaterdag herinnert aan de periode dat Christus dood in het graf lag. In afwachting van de volgende ‘paasmorgen’ heerst dan in het kerkelijk leven stilte.
Paaszaterdag/Stille Zaterdag volgt op Goede Vrijdag. Het is de laatste dag van de lijdensweek die voorbereidt op het christelijke paasfeest, de opstanding van Christus uit zijn graf. Op deze dag herdenkt men de tijd dat Christus dood in het graf lag en er als het ware een stilte in de wereld optrad. Het kruis is nu leeg, en in veel kerken is het altaar nu leeggeruimd. Er liggen geen bloemen, kaarsen, of mooie kleden op het altaar (de kerktafel waar de pastoor of dominee aan staat).
In de protestantse traditie heet de dag Stille Zaterdag, in de rooms-katholieke Paaszaterdag.
In de katholieke kerk wordt op Stille Zaterdag net als op Goede Vrijdag de Eucharistie in het geheel niet gevierd.
In tegenstelling tot Goede Vrijdag wordt op paaszaterdag zelfs de heilige communie niet uitgereikt. Er worden wel enige geconsacreerde hosties voorradig gehouden, voor het geval stervenden willen communiceren. Het altaar is ontdaan van de altaardwaal. Het tabernakel staat open als teken dat Jezus gestorven is en tijdelijk niet meer onder de mensen is. De kerken zijn sober ingericht, zonder versieringen. Ook de klokken luiden niet op die dag tot ’s avonds de paaswake wordt gevierd.
In de orthodoxe kerk wordt deze dag heilige en grote zaterdag of de grote sabbat genoemd, omdat op deze dag Christus fysiek ‘rustte’ in het graf. Maar men gelooft ook dat op deze dag Christus geestelijk nederdaalde in de hel en de hades veroverde, om de zielen van hen die daar vastgehouden waren, te redden en naar het paradijs te voeren.
(Bron: Beleven en Wikipedia)