Kabinet wil ook flexwerkers ‘op enige wijze tegemoetkomen’
DEN HAAG - Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) gaat kijken hoe flexwerkers die hun baan door de coronacrisis hebben verloren en niet in aanmerking komen voor de huidige maatregelen uit het noodpakket, toch gecompenseerd kunnen worden. Onder druk van de Tweede Kamer, aangevoerd door oppositiepartij PvdA, gaat Koolmees kijken of het mogelijk is om mensen met een flexcontract die buiten de boot vallen “op enige wijze tegemoet te komen”, zei hij gisteren in een Kamerdebat over het noodpakket.
De Kamer wil dat het kabinet kijkt naar een tijdelijke, uitvoerbare regeling voor flexwerkers die sinds 1 maart geen werk meer hebben.
“Duizenden mensen met een tijdelijk contract vangen de hardste klappen”, zei PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk. Ondanks de roep om snelheid zei Koolmees niet binnen een week met een oplossing te kunnen komen. Het gaat om uitzendmedewerkers, oproepkrachten en andere werknemers met een flexibel contract die ondanks de loonmaatregel NOW toch zijn ontslagen. Zij hebben te weinig of geen werkeloosheidsrechten opgebouwd, waardoor ze geen WWuitkering krijgen. Vervolgens heeft deze groep ook geen recht op een bijstandsuitkering omdat er naar het inkomen of het vermogen van de partner wordt gekeken. Kortom: het inkomensverlies van deze mensen is groot, maar zij hebben nergens recht op en vallen zo tussen wal en schip. “Deze mensen zijn in een valkuil gevallen”, concludeerde Van Dijk.
Koolmees krijgt zelf ook “buikpijn” als hij aan de problemen van deze groep denkt. Niet alleen omdat deze mensen opeens geen inkomen meer hebben, maar ook omdat het moeilijk is een specifieke regeling te maken. Tot nu toe heeft het kabinet omwille van de tijd een zo breed mogelijk noodpakket opgetuigd, zonder maatwerk.
De NOW-regeling is onder hoge druk binnen enkele weken in de markt gezet; normaal wordt voor zo’n project een jaar uitgetrokken. In een week tijd zijn er ruim 80 duizend aanvragen ontvangen en is er in totaal 1,3 miljard euro overgemaakt voor bijna 1,3 miljoen werknemers. Het kabinet heeft in totaal 10 miljard euro gereserveerd voor deze maatregel. De loonmaatregel is eenvoudig opgezet: als bedrijven in de maanden maart, april en mei minimaal 20 procent omzetverlies hebben vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder, dan kunnen zij een deel van de loonkosten tot maximaal 90 procent vergoed krijgen.
Die eenvoud is voor de uitvoerbaarheid en om fraude en misbruik tegen te gaan. “Voor de meeste bedrijven gaat dat goed”, zei Koolmees. Maar hij ziet ook dat het knelt voor seizoensgebonden sectoren, zoals bij de sierteelt, culturele instellingen en de evenementenbranche. Daarom gaat het kabinet kijken of er aanvullende maatregelen nodig zijn en of die kunnen worden uitgevoerd. Dat gebeurt buiten de loonmaatregel NOW om. Koolmees kon het nog niet concreet maken. “Het is ingewikkeld”, aldus de bewindsman.
(NU)