11 mei: Sterfdag Bob Marley
Veel te vroeg (op 36-jarige leeftijd) overlijdt op 11 mei 1981 de reggaezanger Bob Marley (bijnaam The King of Reggae) aan de gevolgen van longkanker en een hersentumor. Hij was een van de belangrijkste verantwoordelijken voor de doorbraak van reggae buiten Jamaica en gold tevens als belangrijk voorvechter van het rastageloof.
Bob Marley kwam uit de ghetto’s van Kingston, de hoofdstad van Jamaica. Hij staat bekend als de muzikant die de wereld voor het eerst kennis liet maken met het geheel eigen geluid van de rasta en de reggae; muziek die onlosmakelijk verbonden is met de sloppenwijken van Jamaica, cannabis en de kleuren rood, geel en groen (de symbolen van de rastafaribeweging). Marley had tijdens de jaren 70 van de vorige eeuw over de hele wereld reggaehits, als: No Woman, No Cry en I Shot the Sheriff. Hij bracht reggaealbums uit als Exodus en Uprising. Samen met zijn vrouw Rita Marley is hij een symbool voor de rastafari. In 1962, het jaar van Jamaica’s onafhankelijkheid, nam Bob Marley solo zijn eerste single op: Judge Not. Na enige tijd met Bunny Livingston te hebben opgetrokken, richtten de twee samen met Peter Tosh, een andere jongen uit de buurt, de groep de ‘Wailing Rudeboys’ op. Die naam veranderde vervolgens in ‘The Wailing Wailers’, om uiteindelijk in The Wailers te eindigen. Bob Marley trouwde op 10 februari 1966 met Rita Anderson; een jaar later werd hun eerste kind geboren. Vanaf het midden van de jaren 60 kreeg Marley belangstelling voor de rastafari-beweging. Onder invloed van Rita bekeerde hij zich in 1967 van het christendom tot deze geloofsrichting. In december 1976 werd een aanslag gepleegd op Marley en zijn familie. Schutters slopen het huis binnen en losten meerdere schoten op Bob. Hij werd geraakt in zijn buik en arm, maar was niet in levensgevaar. Hoewel hij volgens sommigen wist wie de daders waren, heeft hij de politie niet ingelicht; dit zou volgens hem niets oplossen. De precieze omstandigheden rond deze aanslag zijn tot op vandaag onbekend, maar er wordt aangenomen dat het om een politiek geïnspireerde aanval ging. Met zijn deelname aan het Smile Jamaica concert, georganiseerd door de toenmalige eerste minister enkele dagen later, vonden bepaalde groeperingen dat Bob duidelijk een kant had gekozen. Ondanks de aanslag en de opgelopen verwondingen besloot Bob toch deel te nemen aan het concert. Hij wilde de mensen laten zien dat ‘politricks’ hem niet konden tegenhouden. Hij had voor zichzelf echter besloten dat het beter zou zijn om Jamaica voor een tijdje te verlaten. Vrijwel onmiddellijk na het optreden nam hij het vliegtuig richting Londen. Tijdens hun verblijf in Londen namen Bob en The Wailers de nummers op die op beide albums Exodus en Kaya kwamen. Enkele van deze nummers verwijzen duidelijk naar de moordaanslag. Het album Exodus werd opnieuw een internationaal succes met de hitsingles Jamming, Waiting In Vain, One Love/People Get Ready en Three Little Birds.
In 1977 had Bob Marley een wondje aan zijn teen. Hij nam aanvankelijk aan dat het om een voetbalblessure ging. Toen de wond niet herstelde, werd de diagnose melanoom (huidkanker) gesteld. Hij wilde de teen niet laten amputeren, omdat dat in strijd met zijn geloofsovertuiging was. De kanker sloeg vervolgens over naar zijn maag, en later naar zijn longen en zijn hersenen. In 1980 stortte hij tijdens het joggen in ten gevolge van een hersentumor. Volgens artsen had hij niet langer dan drie weken te leven. Bob stond er op verder te reizen naar zijn volgende concert. Zijn allerlaatste concert was op 23 september 1980 in Pittsburgh, VS, waarna hij te ziek was om nog verder op te treden.
Op 4 november 1980 bekeerde Marley zich terug tot het christendom en werd gedoopt door aartsbisschop Abuna Yesehaq van de Ethiopisch-orthodoxe kerk in Kingston met de naam Berhane Selassie (‘Licht van de Drie-eenheid’) (naar de rastafari-Messias Haile Selassie). Daarna ging hij voor behandeling naar het Duitse stadje Rottach-Egern. In mei 1981 besloot hij terug te vliegen naar Jamaica om daar te sterven, maar kwam niet verder dan Miami waar hij op 11 mei 1981 overleed. Hij stierf in het Cedars of Lebanon ziekenhuis in Miami (nu University of Miami Hospital) op 36-jarige leeftijd aan uitzaaiingen van een melanoom.
(Bron: Beleven en Wikipedia)