Allergische contactdermatitis: huidontsteking door allergeen
Sommige patiënten lijden aan de huidziekte allergische contactdermatitis (contactallergie). Patiënten met deze aandoening krijgen te maken met een huidontsteking wanneer ze contact hebben met een allergeen (uitlokkende stof van een allergische reactie). De symptomen verschijnen bijvoorbeeld door het aanraken van nikkel, bepaalde medicijnen, of sappen van bepaalde planten. Bekende klachten van dit type allergische reactie zijn onder andere een rode huid, blaarvorming en een huiduitslag. Indien de patiënt op de hoogte is van het allergeen, moet hij dit vermijden zodat de tekenen verlichten. Enkele andere zelfzorgmaatregelen bieden ook een verlichting van de klachten. Ook schrijft de arts mogelijk medicijnen of andere behandelingen voor. Contactallergie is een levenslange aandoening maar door het vermijden van het allergeen, zijn de vooruitzichten zeer goed.
Oorzaken van allergische contactdermatitis
Allergische contactdermatitis is een vertraagd type geïnduceerde gevoeligheid (allergie) als gevolg van huidcontact met een specifiek allergeen waarvoor de patiënt een specifieke gevoeligheid heeft ontwikkeld. Deze allergische reactie veroorzaakt een ontsteking van de huid. CD4 + T-lymfocyten herkennen een antigeen op het huidoppervlak en geven cytokines vrij die het immuunsysteem activeren en de huidontsteking (dermatitis) veroorzaken. Het allergeen is onschadelijk voor patiënten die er niet allergisch op reageren. Soms komen patiënten al jaren in contact met het allergeen zonder dat een huidontsteking ontstaat.
Een contactallergie komt vaker tot uiting bij vrouwen dan bij mannen, voornamelijk als gevolg van een nikkelallergie en. Ook jonge kinderen zijn meer vatbaar voor een nikkelallergie. Verder komt allergische contactdermatitis voor op de huid toegepaste antibiotica vaker voor bij zeventigplussers. In bepaalde beroepen zijn tot slot vaker patiënten met een contactallergie aanwezig, zoals metaalbewerkers, kappers, schoonheidsspecialisten, gezondheidswerkers, schoonmakers, schilders en bloemisten. Patiënten met een verminderde huidbarrièrefunctie zijn tevens gevoeliger voor allergische contactdermatitis, bijvoorbeeld patiënten met beenzweren, perineale dermatitis of chronische irriterende contactdermatitis (huidontsteking door blootstelling aan stoffen). Patiënten met atopische dermatitis geassocieerd met defecte filaggrin (een structureel eiwit in de hoornlaag van de huid) hebben tot slot een hoog risico om ook een contactallergie te ontwikkelen.
Symptomen na blootstelling aan allergeen
De symptomen van allergische contactdermatitis ontstaan gemiddeld twee dagen na blootstelling aan het allergeen, maar soms kan dit tot wel één week duren omdat bepaalde allergenen slecht doordringen in een intacte huid, zoals bijvoorbeeld Neomycine. Het eerste teken van een contactallergie is de aanwezigheid van een huiduitslag of huidletsels met bultjes, blaren, blaasjes of roodheid op de plaats van blootstelling. Afhankelijk van het type allergeen dat het veroorzaakt, ontstaat een lekkende/sijpelende uitslag of korstvorming en een ruwe, geschubde of verdikte huid. De uitslag van allergische contactdermatitis is beperkt tot de plaats van het contact van het allergeen of wijdverspreid op de huid. Andere symptomen bestaan uit: brandende gevoelens, droogheid, schilfering, jeuk, roodheid, een plaatselijke zwelling en een zachter of warmer gebied. Indien onbehandeld, treedt een verdonkering van de huid op.
De diagnose van allergische contactdermatitis is voornamelijk gebaseerd op een lichamelijk onderzoek en een medische geschiedenis. In sommige gevallen stelt de arts een nauwkeurige diagnose op basis van de symptomen die de patiënt ervaart en het uiterlijk van de uitslag. De arts voert verder een huidpleistertest (patchtest) uit. Dit is een algemeen gebruikt onderzoek om de exacte oorzaak van een contactallergie te bepalen. De pleistertest bestaat uit het aanbrengen van kleine hoeveelheden potentiële allergenen op de huid. Na twee dagen verwijdert de arts de pleisters met allergenen. Als er een huidreactie is opgetreden op één van de aangebrachte stoffen, verschijnt er een verhoogde bult onder de pleister. Pleistertesten worden gebruikt voor patiënten met chronische, terugkerende contactdermatitis. Andere onderzoeken om contactdermatitis te diagnosticeren en andere mogelijke oorzaken van de symptomen uit te sluiten, zijn onder meer een huidbiopsie en een kweek van de huidletsels. Corticosteroïde crèmes zijn de steunpilaar van de behandeling. Bij patiënten met ernstige symptomen zet de arts meestal systemische corticosteroïden in die de patiënt geleidelijk kan afbouwen, evenals een lokaal corticosteroïde. Het langdurig gebruik van corticosteroïden is afgeraden omdat dit mogelijk leidt tot een dunne huid. Orale (via de mond ingenomen) antihistaminica zijn eveneens inzetbaar in ernstigere gevallen om de intense jeuk te verlichten. Chronische immunosuppressiva (medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken) worden in zeldzame gevallen gebruikt voor de behandeling van ernstige, chronische, wijdverbreide allergische contactdermatitis of ernstige handdermatitis waarbij de patiënt niet meer kan werken of de dagelijkse activiteiten niet meer kan uitvoeren.
(Mens en gezondheid/Foto:
Huidziekten.nl)