02 juni: Dag van de Muziek
De Dag van de Muziek is in 2 juni 1995 ingesteld. Muziek of toonkunst is de kunstzinnige schikking en combinatie van de klanken van muziekinstrumenten of de menselijke stem, teneinde schoonheid van vorm dan wel uitdrukking van emotie te bereiken. Daarom wordt er op deze dan aandacht besteed aan het belang van muziek bij de mens.
Aan muziek kunnen de aspecten toonhoogte, ritme, geluidssterkte (muzikale dynamiek), klankkleur en textuur (monofonie, polyfonie en dergelijke) onderscheiden worden, maar ook stilte. Het woord ‘muziek’ is afgeleid van het Griekse μουσική (mousikè), ‘kunst van de Muzen’. Voor zover bekend hebben alle culturen in alle tijden muziek gekend, maar omdat deze kunst op verschillende plaatsen en in verschillende tijden steeds weer anders beoefend en ervaren werd en wordt, is er geen eensgezindheid omtrent de definitie van muziek: wanneer is iets muziek en wanneer niet? Het uiteindelijke antwoord op deze kernvraag verschilt bij de diverse muziektheoretici en filosofen. Dit verklaart wel de grote verscheidenheid aan muziekstijlen door de tijden heen, in diverse (sub)culturen. Men is het er vandaag wel over eens dat muziek niet ontstaat bij de muzikant die een instrument bespeelt, maar in het oor van de luisteraar. Hoe men geluiden ervaart is dus essentieel bij de muzikale ervaring. Het is echter wel een onomstreden feit dat het bij muziek altijd om het hoorbare (of het ontbreken daarvan) gaat, in tegenstelling tot het zichtbare in de beeldende kunsten. Muziek is een tijdskunst, met hoorbare (geluiden, klanken, tonen) of onhoorbare (stiltes, pauzes) elementen in opeenvolging of tegelijkertijd. Daarnaast worden geluiden alleen tot muziek gerekend als zij met die bedoeling voortgebracht worden door een muziekinstrument of de menselijke stem. Muziek kan dus niet ‘per ongeluk’ worden gemaakt. Daarmee is muziek nauw verwant aan poëzie, waarbij de beide elementen van zichtbaar en hoorbaar verenigd worden, hetgeen bij geschreven muziek eveneens het geval is.
Alhoewel men vaak een structuur ontdekt in muziek en mensen haar vaak aangenaam vinden om naar te luisteren, bestaat er geen duidelijke grens tussen muziek en lawaai en evenmin tussen muziek en andere geluiden. Zo vond de 20ste eeuwse componist John Cage dat elk geluid muziek kan zijn en hij zei bijvoorbeeld: “Er bestaat geen lawaai, enkel geluid.” Een grove stijlindeling voor (westerse) muziek kan gemaakt worden op basis van historische ontwikkeling van muziek. De gecomponeerde klassieke muziek geëvolueerd uit kerkelijke muziek, en de - doorgaans eenvoudiger - volksmuziek waren tot circa 1920 de hoofdstromen. Daarna komt de jazz op. De technische ontwikkeling (radio, opname, versterking) speelt een steeds grotere rol. Elektrische instrumenten bieden nieuwe mogelijkheden en slagwerk speelt een steeds grotere rol. Allerlei nieuwe stijlen ontstaan in hoog tempo (popmuziek, rock, dance). Behalve de min of meer chronologische indeling kunnen stijlen op gebruiksdoel ingedeeld worden zoals dansmuziek, luistermuziek of filmmuziek. In wezen is deze indeling een combinatie van inhoudelijke en maatschappelijke kenmerken. Op geografische/culturele herkomst is een mogelijke indeling: westerse muziek, ChineesJapanse traditie, Afrikaanse muziek enzovoorts, waarbij de westerse muziek kan worden onderverdeeld in klassieke muziek, avant-garde, jazz, pop/rock enzovoorts. Weer een andere indeling is: amusementsmuziek versus kunstmuziek. Een rockband die regelmatig top 40-hits heeft, valt onder amusementsmuziek en een rockband in speciale clubs voor een relatief klein, geschoold publiek kan tot de kunstmuziek gerekend worden.
(Bron: Beleven)