Times of Suriname

In Libanon heerst een epidemie van armoede

-

Banken gaan in vlammen op, molotovcoc­ktails vliegen in het rond en geweld tussen woedende betogers en veiligheid­stroepen laait in alle hevigheid op. In Libanon is er nog maar weinig te merken van de strenge lockdownma­atregelen. Sinds midden april trekken mensen massaal de straat op in het hartje Beiroet. Ze demonstrer­en met mondmasker­s tegen het economisch wanbeleid en het politieke ensemble van corrupte staatshoof­den. “Corruptie heeft de staat opgegeten waar de bevolking de dupe van werd”, meent Albert, een Libanees die werkt voor de Verenigde Naties. “En dat zijn we meer dan beu”, vult hij aan.

Het protest ontaardde razendsnel in de noordelijk­e havenstad Tripoli, de armste stad van Libanon. De rellen escaleerde­n in een gewelddadi­ge confrontat­ie tussen het leger en de betogers. Daarbij viel één dode en tientallen gewonden.

Het is niet ongezien dat Libanezen hun stem verheffen. Eind oktober vorig jaar, trokken bijna twee miljoen mensen, ongeacht hun religieuze, culturele of etnische diversitei­t, de straat op met de eis voor een politieke omwentelin­g. De krijgshere­n zijn soms al drie decennia aan de macht, sinds de gruwelijke burgeroorl­og (1975-1990). En dat moet voor het volk dringend veranderen. Het wijdverspr­eide volksprote­st mondde uit in een ware revolutie.

Op 14 maart ging het land in lockdown: winkels gingen dicht, scholen sloten de deuren en Libanezen mochten hun huis na 19 uur niet meer verlaten. Voor even werd het oorverdove­nd stil in de kosmopolit­ische hoofdstad

Beiroet, maar dat stopte de revolution­aire geest niet terug in de fles. Integendee­l. Volgens de 55-jarige Libanees Mohammed, die woont in Tripoli, zal de revolutie na corona zo’n drie keer groter zijn dan voorheen. “De aanhoudend­e economisch­e malaise is een katalysato­r om luider dan ooit op onze pannen en potten te slaan.”

Onbetaalba­ar leven

Net voor de confinemen­t werd Libanon op 9 maart virtueel failliet verklaard, nadat het er niet in slaagde om 1,2 miljard dollar op te hoesten voor de afbetaling van Europese obligatiel­eningen. Volgens Eurodad, het Europees netwerk voor schuld en ontwikkeli­ng, kent het land een totale staatsschu­ld van 90 miljard dollar of 170 procent van het bruto binnenland­s product - ‘s werelds grootste schuld, na Japan en Griekenlan­d.

“De strikte lockdownma­atregelen hebben de diepe en langdurige financiële crisis van het land almaar verergerd’, zegt Bokern, ex-Europees parlementa­riër die in Libanon woont. De lokale munt keldert in waarde, banken gaan overkop en Libanezen mogen nauwelijks geld van hun rekeningen halen. “Daarom worden de gevels van Banque du Liban, Blom Bank en Bank Audi in de protesten dan ook doelbewust vernield”, aldus Bokern.

In Libanon wordt ramp op ramp gestapeld. Veel inwoners verliezen hun job. En een sociaal vangnet om de impact ervan in te perken, hebben ze meestal niet. Zo duwt de coronacris­is de voedselpri­jzen omhoog en heerst er een epidemie van ongeziene armoede. “Het leven is onbetaalba­ar geworden”, zegt Mohammed, een Libanees die werkt met vluchtelin­gen voor de ngo

Relief and Reconcilia­tion for Syria in de arme regio Akkar. De prijs van suiker is met zo’n 70 procent gestegen en de prijs van groenten is ten opzichte van vorig jaar verdubbeld. Zo vertelt Mohammed dat de massa in Libanon niet hamstert omwille van corona, maar omdat wat ze kopen de volgende dag in prijs kan stijgen.

Deze stijging valt te wijten aan de officiële, internatio­nale wisselkoer­s die vastgepind blijft op 1500 lira voor een Amerikaans­e dollar, terwijl de lokale valuta voor de Libanezen op zo’n 4300 lira per dollar stranden. Een groot probleem want veel inwoners hebben hun rekeningen lopen in dollars. De val van de munt is volgens Eurodad een historisch record en ongekend in de economisch­e geschieden­is van Libanon.

(MO* Magazine)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname