Politieke crisis in Bolivia: tijdelijke regering komt steeds meer in het nauw
Op 10 maart werden de eerste gevallen van COVID-19 vastgesteld in Bolivia. De regering Añez was er als de kippen bij om sterke maatregelen af te kondigen. Het luchtruim werd afgesloten voor vluchten van en naar Europa – de eerste besmettingen werden vastgesteld bij twee dames die terugkeerden uit Italië. En op 22 maart ging een algemene lockdown van kracht die ook de Bolivianen in huis moest houden. De maatregel speelde overigens in de kaart van de arbitraire regering van Añez. Straatprotesten werden er mee lamgelegd en verkiezingscampagnes opgeschort. Daardoor kan de regering – vooralsnog voor onbepaalde tijd- haar gang gaan.
Santa
Cruz,
corona-hotspot
Op 24 mei stond de coronateller in Bolivia op 5579 besmettingen en 230 doden, met 575 mensen die van de ziekte herstelden. Vooral de dichtbevolkte regio van Santa Cruz is zwaar getroffen, met 67 procent van de besmettingen en 60 procent van de overlijdens. De hoofdstad La Paz, die 3600 meter hoog ligt, lijkt minder vatbaar voor het virus. De Boliviaanse arts en expert hoogtegeneeskunde Gustavo Zubieta verklaart dat onder meer door de overvloedige UV-stralen op die hoogte. Wanneer ik Gustavo Pedraza, kandidaat-vicepresident voor Carlos Mesa, contacteer voor een interview, vraagt hij een dagje uitstel. “Vandaag mag ik mijn huis uit”, laat hij via WhatsApp weten. Een voormiddag in de week mogen de Bolivianen naar buiten. Wie wanneer, dat bepaalt het laatste cijfer op hun identiteitskaart. “De afgelopen twee maanden heeft de bevolking de lockdown bijzonder goed nageleefd en zich aan de richtlijnen gehouden”, zegt Pedraza, “maar we zitten op een kantelpunt. De mensen houden het niet langer vol, vooral de meest kwetsbare groepen raken financieel in de problemen. Als we ons door de corona-infecties laten leiden, ziet het er slecht uit. De piek wordt in juni verwacht, maar zolang kunnen de mensen gewoon niet thuisblijven.”
Kampioen van informeel werk
Bolivia is wereldleider in de informele economie. Volgens een studie van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) uit 2018 komt 62,3 procent van het bruto nationaal product uit informeel werk. 70 tot 80 procent van de bevolking verdient zijn/haar brood met straatverkoop of andere informele jobs. Door de lockdown hebben die informele werkers allemaal huisarrest. In Santa Cruz brokkelt het draagvlak voor de maatregel met de dag af. Zo’n 30 procent van de bevolking zegt zich niet langer te willen houden aan de lockdown. Mensen willen weer aan het werk. Maar burgemeester Sosa stelt pas vanaf 1 juni een lichte versoepeling in het vooruitzicht.
In La Paz en El Alto werd de lockdown-stilte wel erg rumoerig doorbroken op de vooravond van 1 mei, de Dag van de Arbeid, maar ook in aanloop naar 3 mei, de datum van de geplande maar door corona opgeschorte presidentsverkiezingen. Tegenstanders van de regering protesteerden met potten- en pannengerammel en voetzoekers, tegen de honger en vóór een nieuwe datum voor de presidentsverkiezingen. Ook op zondag 10 mei werd er in een aantal steden geprotesteerd tegen de lockdown, uit honger en uit algemeen ongenoegen met de regeringAñez. (MO* Magazine)