Ziekenhuizen moeten inhaalslag maken, ongeveer 770 duizend minder verwijzingen
Het herstel van het aantal reguliere behandelingen in ziekenhuizen was eind mei beperkt, concludeert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in een woensdag verschenen rapport. Mogelijk moeten ziekenhuizen de komende maanden nog een grote inhaalslag maken. De NZa schat dat de afgelopen maanden er 768.000 minder verwijzingen waren voor dergelijke behandelingen dan verwacht.
Het aantal patiënten in ziekenhuizen per week nam tijdens de coronacrisis in elke regio af, ook in de zwaar getroffen provincies Limburg en Noord-Brabant. Pas in mei begon het aantal patiënten te stabiliseren, meldt de NZa.
Tot eind mei behandelden Nederlandse ziekenhuizen zes miljoen unieke patiënten: bijna een vijfde minder dan een jaar eerder. Dat aantal kan nog iets oplopen, gezien de cijfers van de laatste twee weken in mei nog niet volledig zijn.
Voordat de coronacrisis uitbrak en het kabinet maatregelen aankondigde, werden iedere week zo’n 110.000 verwijzingen uitgeschreven. Het gaat niet om evenveel patiënten, aangezien een patiënt naar meerdere afdelingen kan worden doorverwezen. De daling van het aantal verwijzingen was het grootst vlak na de afkondiging van de lockdown. In de week van 16 maart ging het om 39.000 verwijzingen, in de week erna om 26.000 en de daaropvolgende week om 28.000. Na 11 mei naderde het aantal weer het niveau van dezelfde periode in 2019 en 2018. Inmiddels zit het aantal verwijzingen boven het oude niveau.
Minder patiënten naar orthopedie en kno-arts
Er werden vooral minder patiënten naar de afdeling orthopedie en kno-artsen gestuurd. Wekelijks worden landelijk gemiddeld zo’n twaalfduizend verwijzingen uitgeschreven. Dat aantal daalde aanvankelijk naar zo’n tweeduizend. Voor sommige medische kwalen werd de zorg helemaal niet afgeschaald: zo bleef het aantal spoedverwijzingen nagenoeg gelijk.
Inmiddels zien vrijwel alle specialistische artsen de toestroom weer toenemen tot het oude niveau. Het aantal verwijzingen ligt overal weer om en nabij het niveau van voor de coronacrisis.
In het rapport schetst de NZa dat ziekenhuizen een inhaalslag aankunnen. De meeste ontbrekende verwijzingen zouden niet-urgente medische behandelingen zijn. Deze behandelingen kunnen worden verspreid over een periode van enkele maanden. Het aantal urgente verwijzingen, patiënten die binnen enkele weken moeten langskomen, is het minst gedaald. Ook verwijzingen naar ggz flink gedaald, geen effect op wachtlijsten
Ook het aantal verwijzingen naar de geestelijke gezondheidszorg (ggz) daalde flink. Als gevolg van de virusuitbraak zouden bijna zestigduizend minder verwijzingen hebben plaatsgevonden. De NZa noteert vooral een flinke daling bij het aantal verwijzingen voor de gedragsstoornis ADHD.
De minderingen hadden echter geen effect op de wachttijden in de ggz, meldt de NZa. Hoe dat kan, is niet duidelijk. “Daar is een aanvullende analyse voor nodig”, vertelt een woordvoerder in gesprek met NU.nl. Ggz-instellingen lieten vorige week nog aan de NZa weten dat zij de wachtlijsten wél zagen inkorten.
De NZa ziet echter nauwelijks veranderingen en meldt bijvoorbeeld een forse stijging voor deliriumbehandelingen (acute verwardheid): patiënten moesten daar aanvankelijk bijna vier weken op wachten, dat breidde zich tijdens de crisis uit naar een toppunt van bijna negen weken.
Nu.nl