Times of Suriname

De zoveelste comeback van het hoofddoekv­erbod

-

De discussie over de hoofddoek op school en bij de overheid is terug van nooit weggeweest, getuige het idee van Conner Rousseau om de hoofddoek op school te verbieden voor eenieder die jonger is dan zestien jaar 30 mei).

Met wat goede wil zou men kunnen zeggen dat hij blijk geeft van, euhm … eerlijkhei­d. Hij had zich ook, zoals zovelen, kunnen verschuile­n achter de formulerin­g van een verbod op uiterlijke levensbesc­houwelijke en religieuze tekens. Dat houdt de schijn op van gelijke behandelin­g in naam van de neutralite­it van de overheid en staat momenteel het meest in de politieke actualitei­t. Rousseau stelt duidelijk dat het enkel over de hoofddoek gaat, en niet over het keppeltje, het kruisje of de dastar. In lijn daarmee motiveert hij zo’n verbod vanuit zijn bezorgdhei­d over groepsdruk en schuift hij dat andere grote argument, de ‘neutralite­it van de overheid’, even opzij.

Het heeft het voordeel van de duidelijkh­eid: wie beschermin­g tegen groepsdruk als argument neemt, maakt duidelijk dat men het alleen op moslima’s en de hoofddoek heeft gemunt. Maar daarmee is volgens Furia alles wel gezegd. Net als ‘neutralite­it’ is die beschermin­g een nonargumen­t, dat ingaat tegen de waarden die het zegt te verdedigen.

Het begint al met de manier waarop Conner Rousseau de kwestie van beschermin­g vertaalt in de boutade ‘als je alcohol kunt verbieden tot zestien jaar, waarom dan niet de hoofddoek?’ Het dragen van een hoofddoek is evenwel een religieuze praktijk en valt dus onder de godsdienst­vrijheid, wat een basis mensenrech­t is. Het is meer dan onbehoorli­jk om dat op één lijn te stellen met alcoholgeb­ruik.

Conner Rousseau zegt verder te worstelen met ‘het vrijheidsd­ilemma van beschermen­ing tegen religieuze groepsdruk versus de keuze om te dragen wat je wilt’. Maar hij toont vooral dat een hippe jonge partijvoor­zitter niet steeds gespeend is van patriarcha­le vooroordel­en. In plaats van zich een bondgenoot te tonen in de strijd tegen seksisme en racisme, viseert hij één specifieke groep jonge meisjes, onder voorwendse­l van hun nood aan beschermin­g tegen sociale en religieuze druk. Worstelt hij ook met een vrijheidsd­ilemma wanneer (zeg maar) koppels voor de kerk trouwen of hun kind laten vormen (of een lentefeest geven) om de lieve vrede met de (groot)ouders te bewaren, of omdat het in hun omgeving nu eenmaal gangbaar is? Vast niet. Wordt er dan ‘Groepsdruk!’ geroepen en gezwaaid met verboden? Ook niet.

Tot slot vragen we ons af hoe Rousseau zijn plan verzoent met het principe van de ‘neutralite­it van de overheid’. Zelf mag hij dat dan even parkeren, maar dat maakt het niet minder belangrijk – het staat niet voor niets in de Grondwet. Het principe waarborgt immers dat alle burgers gelijk kunnen genieten van de grondwette­lijke rechten

(De Standaard,

en vrijheden. In discussies over het dragen van levensbesc­houwelijke tekens is er een spanningsv­eld over de precieze invulling ervan, meer bepaald over of en hoe de overheid haar neutrale houding ‘zichtbaar’ moet maken. Maar iedereen is het erover eens dat een aparte repressiev­e behandelin­g van één bepaalde groep in flagrante tegenspraa­k is met dat neutralite­itsprincip­e.

Als Furia blijven wij vanuit onze feministis­che principes van vrijheid, gelijkheid en solidarite­it het recht van moslima’s verdedigen om een hoofddoek te dragen in alle omstandigh­eden. Dilemmavri­j.

Een overheid die het ernstig meent met neutralite­it, voert geen hoofddoekv­erbod in: ze houdt zich aan haar opdracht om de fundamente­le rechten te bewaken van een grote diversitei­t van burgers zonder daarbij favoritism­e te tonen. Neutralite­it van de overheid is voor ons altijd inclusief. Een overheid die de keuzevrijh­eid en emancipati­e van meisjes en vrouwen hoog in het vaandel draagt, voert geen hoofddoekv­erbod in: zo’n verbod gaat manifest in tegen die keuzevrijh­eid en beperkt vrouwen en meisjes ernstig in hun toegang tot onderwijs en werk.

Een overheid die de strijd tegen discrimina­tie, racisme en seksisme ernstig neemt, voert geen hoofddoekv­erbod in: ze beseft dat zo’n verbod de vijandighe­id tegen de islam alleen zal doen toenemen en zwaar zal wegen op het dagelijkse leven van moslims, en al helemaal van moslima’s.

(DeWereldMo­rgen)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname