Wereld Chocolade Dag
Op 7 juli is het Wereld Chocolade Dag ter herinnering aan het feit dat op 7 juli 1550 chocolade voor het eerst werd geïntroduceerd in Europa.
Europa kwam in de 16de eeuw in aanraking met cacao, nadat de Spaanse veroveraar Hernán Cortés in 1521 in Mexico landde en de Azteken hem met geschenken overlaadden (waaronder cacaobonen die er onder andere als betaalmiddel werden gebruikt). Cortés nam ze mee terug naar Spanje. In de andere delen van Europa werd cacao pas later bekend, in Nederland tussen 1610 en 1640.
Er is trouwens ook nog een Internationale Dag van de Chocolade die op 13 september wordt gevierd, de dag waarop in 1857 de oprichter van de Hershey Chocolate Company werd geboren. Chocolade (ook wel: chocola) is een lekkernij gemaakt van suiker met cacaoboter en cacaomassa, dat wordt gewonnen uit cacaobonen, de pit van de vrucht van de cacaoboom (Theobroma cacao).
Chocolade is in de hele wereld geliefd. In België en Nederland is chocolade te koop als repen, in plakken, maar wordt ook verwerkt in producten als pralines (bonbons), koekjes en ijsjes. Chocolade is eveneens een ingrediënt van veel soorten snoepgoed.
Chocolade is afhankelijk van de samenstelling verkrijgbaar als pure chocolade, melkchocolade, witte chocolade. Sinds 2018 is ook roze chocolade verkrijgbaar.
De Azteken verbonden cacao met Xochiquetzal, de godin van de vruchtbaarheid. Zij dronken een cacaodrank, xocoatl, vaak op smaak gebracht met vanille, chilipeper en piment. De drank zou vermoeidheid tegengaan, een resultaat van de cafeïne die een bestanddeel van de cacao is. De Azteken konden niet zelf cacao verbouwen, omdat hun thuisland in de Mexicaanse bergen daarvoor ongeschikt was. Cacao was een luxeproduct dat werd ingevoerd en onderworpen volkeren moesten cacao leveren als deel van hun belasting. Een Spaanse jezuïtische missionaris, Jose de Acosta, die aan het eind van de 16de eeuw in Peru en Mexico woonde, schreef al over dat effect. De drank werd onder andere gebruikt aan het hof van keizer Montezuma.
In 1585 werd cacao voor het eerst op commerciële schaal van Veracruz naar Sevilla vervoerd. Cacao werd toen alleen gedronken, waarbij de Europeanen er suiker aan toevoegden en de chilipeper weglieten. In 1615 werd de cacaodrank bij officiële audiënties bij de Franse koning ingevoerd, totdat het gebruik door bezuinigingen weer werd afgeschaft. Van kardinaal-aartsbisschop Richelieu, broer van kardinaal-hertog Richelieu, werd ook beweerd dat hij het drinken van chocolade in Frankrijk invoerde. In de 17de eeuw was cacao een luxeproduct dat vooral gebruikt werd door de adel.
De Spanjaarden die in Amerika woonden, ontdekten dat ze lekkere chocoladekoekjes konden bakken door suiker aan de cacaopasta toe te voegen. Ze konden de bereidingswijze van deze chocolade bijna een eeuw lang geheimhouden.
De eerste chocoladefabriek verrees in 1728 in Engeland. In 1760 kwamen er fabrieken in Duitsland en Frankrijk. In 1819 werd voor het eerst Zwitserse chocolade gefabriceerd. In 1813 begon Blooker met de productie van cacao en chocolade in Nederland, en in 1828 deed Casparus van Houten sr een belangrijke uitvinding waarmee op eenvoudige wijze het vet van de cacaomassa kon worden gescheiden. Deze techniek kreeg wereldwijd navolging. Eind 18de eeuw begon chocolade in prijs te dalen, zodat ook gewone mensen het konden betalen.
De eerste eetbare chocolade zou in 1847 zijn gemaakt door de Britse Quaker Joseph Fry. De Quaker-families Fry, Cadbury en Rowntree waren twee eeuwen in de chocolade-industrie actief.
(Bron: Beleven en Wikipedia)