Dalend geboortecijfer slechts deels veroorzaakt door flexwerken en studeren
DEN HAAG - Het geboortecijfer in Nederland daalt slechts in beperkte mate doordat vrouwen meer flexwerken en vaker zijn gaan studeren, bleek gisteren uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het instituut noemde flexwerken en studeren in eerder onderzoek als belangrijke factoren voor het krijgen van kinderen. Flexwerkers zouden bijvoorbeeld minder snel een kind willen dan iemand met een vast contract, omdat zij mogelijk een lager inkomen en een onzekerder bestaan hebben. Ook studenten zouden - om deze redenen later beginnen aan het krijgen van kinderen.
Als het aantal studerende vrouwen en vrouwen met flexcontracten sinds 2010 stabiel was gebleven, dan waren er 2.093 meer kinderen geboren dan de 169.000 die in 2018 ter wereld zijn gekomen, berekende het CBS. De factoren veroorzaken omgerekend een afname van 0,021 kinderen per vrouw. Een klein effect, aldus het instituut.
De daling van het geboortecijfer kan volgens het CBS verschillende oorzaken hebben. Onder meer de afgenomen vastigheid in relaties, ontwikkelingen op de huizenmarkt, het gestegen opleidingsniveau van vrouwen en een verandering van opvattingen over het krijgen van kinderen kunnen volgens het CBS een rol spelen. De factoren spelen wel een grote rol in de leeftijdscategorie 21- tot 33-jarigen, schrijft het CBS. In die leeftijdscategorie ziet het instituut een significant verschil tussen het aantal kinderen van vrouwen met een flexibel contract en vrouwen die studeren. Boven de 33 jaar is dat verschil echter kleiner. Het CBS stelt daarom dat het voornamelijk om een‘uitsteleffect’ gaat.
(NU)