Poolse rechtbanken niet langer onafhankelijk van regering
AMSTERDAM - De onafhankelijkheid van de Poolse rechtsstaat is zo erg aangetast, dat rechtbanken niet langer onafhankelijk kunnen zijn ten opzichte van de Poolse regering en het Poolse parlement. Dat concludeerde de Internationale Rechtshulpkamer (IRK) van de rechtbank Amsterdam gisteren in een zaak over de overlevering van een Poolse verdachte.
De IRK vraagt nu het Hof van Justitie van de Europese Unie of de overlevering van verdachten aan Polen of andere lidstaten van de EU waarvan de rechtsstaat niet onafhankelijk kan functioneren, moet worden stopgezet. Het is de eerste keer dat het hof deze vraag krijgt voorgelegd.
De rechtshulpkamer wil dat het hof de vraag met spoed behandelt, omdat de Poolse verdachte zich op het moment in overleveringsdetentie bevindt en in zijn zaak geen beslissing kan worden genomen. De Poolse autoriteiten willen dat de man aan Polen wordt overgeleverd om hem daar strafrechtelijk te kunnen vervolgen. Hij wordt ervan verdacht samen met anderen in Nederland zo een 200 kilo soft- en harddrugs te hebben gekocht en deze in Polen te hebben ingevoerd.
Sinds 2017 staat de onafhankelijkheid van Poolse rechtbanken al onder druk. Zo is er sprake van politieke inmenging in de benoemingen en overplaatsing van rechters en van (vice)presidenten bij rechterlijke instanties. In 2019 nam het Poolse parlement een omstreden wet aan waardoor rechters ontslagen kunnen worden als ze kritiek hebben op juridische hervormingen van de regering.
(De Telegraaf)