Hoefdraad krijgt rechtsingang
PARAMARIBO – Er is rechtsingang verleend in het kort geding dat ex-minister Gillmore Hoefdraad van Financiën heeft aangespannen tegen de Staat Suriname met name het Ministerie van Binnenlandse Zaken, De Nationale Assemblee (DNA) en het Openbaar Ministerie. Hoefdraad heeft dit kort geding aangespannen via zijn advocaten Irene Lalji, Murwin Dubois en Frank Truideman.
De rechter heeft bepaald dat deze zaak zich niet leent voor het mondeling afpleiten en evenmin voor een snel afconcludeerschema. Daarom zal tweewekelijks worden geconcludeerd met één keer uitstelmogelijkheid.
De zaak zal op 27 augustus voor het eerst voorgaan. De advocaten van Hoefdraad hebben in het verzoekschrift gevraagd het Openbaar Ministerie te verbieden tot het overgaan van enige daad van opsporing en vervolging tegen verzoeker, dan wel enige aangevangen daad van opsporing en vervolging jegens de verzoeker, onmiddellijk te staken. De verzoeker heeft gedurende de periode 2015-2020 het ambt van minister van Financiën bekleed en als zodanig kan worden gekwalificeerd als politieke ambtsdrager, casu quo gewezen politieke ambtsdrager als gedefinieerd in de Wet In Staat van Beschuldiging Stelling en vervolging Politieke Ambtsdragers SB 2001 no.72, gewijzigd SB 2007 no.101 met name artikel 1 van genoemde wet.
De DNA heeft Hoefdraad in staat van beschuldiging gesteld. Hoefdraad stelt zich op het standpunt dat hij zich aan geen enkel strafbaar feit heeft schuldig gemaakt en de wet op geen enkele wijze heeft overtreden zoals vermeld in de vordering van de procureur-generaal, omdat alle handelingen van de verzoeker in staatsbelang en in algemeen belang zijn geschied. Bij zijn verhoor heeft hij gezegd: “Tot slot stel ik mij op het standpunt dat in de afweging van belangen het belang van strafvordering in deze specifieke situatie nauwelijks gewicht in de schaal legt, terwijl het algemeen belang juist zwaar dient te wegen.” WJ