It’s gotta be a woman
Biden beloofde al snel na zijn zege in de voorverkiezingen een vrouw te zullen kiezen. Die belofte moest verschillende kiezersgroepen aanspreken en mobiliseren. Niet alleen de voorstanders van een grotere rol voor vrouwen binnen de Democratische Partij, maar ook praktisch opgeleide witte vrouwen die vier jaar geleden op Trump stemden. Die lijken zich af te keren van de president, uit onvrede over zijn aanpak van de coronacrisis en de BLM-protesten.
Zwarte vrouwen hadden een streepje voor op de aanvankelijk lange lijst met gekwalificeerde kandidaten. Dat was niet alleen een reactie op het landelijke debat over systemisch racisme, maar ook een teken van erkenning dat zij - de belangrijkste steunpilaar van de Democratische Partij - in februari zijn hachje hadden gered. Senator Elizabeth Warren en gouverneur Gretchen Whitmer (Michigan) eindigden ook hoog op de lijst, maar uiteindelijk besloot Biden dat zij weinig diversiteit zouden uitstralen. Het kampBiden hoopt dat Harris, als dochter van een Indiase moeder en een Jamaicaanse vader, zal helpen kiezers uit minderheidsgroepen naar de stembus te krijgen. In tijden van corona zal de kiezersopkomst waarschijnlijk een nog grotere rol spelen dan voorheen. Maar haar afkomst was niet de factor die doorslaggevend was in de keuze voor Harris. Op de shortlist van Biden stonden meerdere andere zwarte vrouwen die vergelijkbare barrières zouden hebben geslecht. Neem Susan Rice, de oud-veiligheidsadviseur van Obama, met wie Biden uitstekend kan opschieten. Maar ze is relatief onbekend bij het publiek en heeft weinig politieke ervaring. Of kijk naar Karen Bass, afgevaardigde uit Californië en een lieveling van de progressieven. Die prees ooit de Cubaanse dictator Fidel Castro, wat met name slecht viel bij Cubaanse ballingen in de belangrijke swingstaat Florida. Biden kent haar bovendien amper, wat zwaar woog voor de man die sterk hecht aan persoonlijke relaties.