Drie Rohingya’s overleden na maandenlange tocht op zee
INDONESIЁ Van de bijna driehonderd Rohingya’s die maandag na vermoedelijk zes maanden op zee arriveerden in Indonesië, zijn er drie overleden. Dit meldde The Guardian op basis van een lokale hulporganisatie.
De in totaal 296 vluchtelingen zaten vast op zee omdat hun boot vanwege de coronacrisis door meerdere landen werd geweigerd, en ze daarna werden gegijzeld door mensensmokkelaars die geld eisten. De Rohingya’s, een moslimminderheid uit Myanmar, zijn na hun aankomst in de provincie Atjeh opgevangen door de lokale autoriteiten en hulporganisaties. Ze zijn door de lange tijd op zee verzwakt en verkeren in slechte gezondheid.
“Hun conditie was verschrikkelijk”, zegt de directeur van een lokale hulporganisatie tegen The Guardian. “We hebben hun kleding verbrand omdat ze zich op de boot niet konden wassen en geen andere kleding hadden. Ze waren aan het verhongeren.”
Drie Rohingya’s (19, 21 en 22 jaar) zijn in de afgelopen dagen overleden. Op de boot, die begin dit jaar vanuit Bangladesh was vertrokken, stierven volgens de organisatie al zo’n dertig personen. Hun lichamen zijn in zee gegooid.
De 296 Rohingya’s maakten in eerste instantie deel uit van een groep van circa achthonderd vluchtelingen. De meeste personen kwamen eerder dit jaar al in kleinere groepen aan in Indonesië of Maleisië. De laatste groep werd lang gegijzeld omdat niet iedereen de mensensmokkelaars genoeg had betaald. De boot kon pas afmeren nadat families op het vasteland de mensensmokkelaars geld hadden gegeven, onder meer voor het extra voedsel dat naar de boot werd gebracht.
De boot kwam uit Bangladesh, waar honderdduizenden Rohingya’s in de afgelopen jaren naartoe zijn gevlucht vanwege onderdrukking in Myanmar. In het buurland verblijven ze onder slechte omstandigheden en zonder toekomstperspectief in enorme vluchtelingenkampen. Daarom proberen sommigen met hulp van mensensmokkelaars andere ZuidoostAziatische landen te bereiken. (NU)