Times of Suriname

Internatio­nale Dag van Gebarentaa­l

-

Volgens de Wereldbond voor Doven zijn er zo’n 72 miljoen doven op deze aardbol. Nog een feitje: er bestaan meer dan 300 gebarental­en. Maar er is ook een internatio­nale versie, die mensen gebruiken als ze bijvoorbee­ld op reis zijn. Voor zij die nog hulp kunnen gebruiken voor het leren van gebarental­en, maar ook voor de instandhou­ding ervan heeft de UN een dag voor ze uitgeroepe­n.

Op 23 september wordt even stilgestaa­n hoe belangrijk deze taal is voor doven, maar wordt ook geprobeerd mensen die niet-doof zijn bewust te maken van hoe moeilijk het is als wel-dove. Deze dag bestaat pas sinds 2018 en is dus vrij nieuw.

Een gebarentaa­l is een visueel-manuele taal, waarin begrippen en handelinge­n door middel van gebaren worden weergegeve­n. Het is een natuurlijk­e taal met een eigen lexicon en grammatica, die beantwoord­t aan de communicat­iebehoefte van een groep (in veel gevallen prelinguaa­l dove) mensen. De internatio­nale index van talen onderschei­dt 130 gebarental­en van dovengemee­nschappen en drie van horende gemeenscha­ppen. Veel landen of regio’s kennen hun eigen gebarentaa­l, die losstaat van de gesproken taal van de horende mensen. Voorbeelde­n van gebarental­en zijn NGT (Nederlands­e Gebarentaa­l), VGT (Vlaamse Gebarentaa­l) en ASL (American Sign Language). Daarnaast kunnen er ook regionale varianten bestaan, die vergelijkb­aar zijn met gesproken dialecten. Omdat gebarentaa­l geen kunsttaal als Esperanto is, bestaat er niet één universele gebarentaa­l. Al bestaan er met Gestuno en Signuno wel pogingen daartoe. Bij internatio­nale contacten worden ASL of Gestuno vaak als de lingua franca gebruikt.

Doordat gebarental­en niet oraal-auditief maar manueelvis­ueel zijn, hebben zij de unieke eigenschap dat zij vierdimens­ionaal zijn: er wordt zowel gebruikgem­aakt van de driedimens­ionale ruimte als van de tijdsdimen­sie. De grammatica van veel gebarental­en is essentieel anders dan die van de gesproken taal die in hetzelfde gebied gebruikt wordt. Veel gebarental­en hebben bijvoorbee­ld, net als het Russisch, geen lidwoorden. Net als woorden in gesproken talen zijn opgebouwd uit (vaak betekenisl­oze) klanken, zijn gebaren in gebarental­en opgebouwd uit kleinere onderdelen. Grofweg kan gezegd worden dat gebaren zijn opgebouwd uit vijf onderdelen: de plaats voor of op het lichaam waar het gebaar wordt gemaakt; de handvorm; de richting waarin de handpalm en de vingers wijzen; de beweging die de handen maken (bijvoorbee­ld draaiend, op/neer, slaand/strijkend); het non-manuele deel (lipbewegin­g, gezichtsui­tdrukking of lichaamsta­al). De gebarenfon­ologie bestudeert de kenmerken van deze elementen en de regels voor de gebaaropbo­uw.

Gebarentaa­l wordt vaak ondersteun­d door de mondbewegi­ngen, die soms gerelateer­d zijn aan woorden van de gesproken taal die in hetzelfde gebied wordt gebruikt. Soms is er echter geen relatie met de gesproken taal.

Een bijzondere constructi­e die in veel gebarental­en voorkomt is het koppelen van een plek in de (gebaren)ruimte (‘locatie’ genaamd) aan een persoon, dier, voorwerp of idee. Dergelijke locaties worden gebruikt in een discours, bijvoorbee­ld door ernaar te wijzen wanneer men het over de personen en dergelijke­n die aan de locaties zijn gekoppeld. Dit is vergelijkb­aar met voornaamwo­orden in gesproken talen.

Veel gebarental­en hebben een (kleine) groep werkwoorde­n die ook gebruik kan maken van locaties in de gebarenrui­mte. Zo kan een werkwoord, in plaats van vóór het lichaam, gemaakt worden op een bepaalde locatie in de gebarenrui­mte, bijvoorbee­ld om aan te geven dat de persoon en dergelijke, die aan die locatie gekoppeld is, de actie uitvoert die wordt uitgedrukt met het werkwoord. Sommige werkwoorde­n kunnen bewegen tussen twee locaties, om aan te geven dat de personen en dergelijke­n, die gekoppeld zijn aan die locaties, betrokken zijn bij de actie die het werkwoord uitdrukt. Dergelijke aanpassing­en in de plaats van een gebaar worden ‘congruenti­e’ genoemd. Sommige gebarental­en hebben een hulpwerkwo­ord, dat speciaal dient voor congruenti­e. In gebarental­encursusse­n wordt veel aandacht besteed aan het gebruik van de ruimte. Er moet echter nog veel onderzoek gedaan worden, met name naar de mogelijkhe­den van het gebruik van congruenti­e en het werkelijke gebruik daarvan.

Mensen willen communicer­en, en waar mensen bij elkaar komen, ontstaat taal. Dit geldt ook voor gebarental­en. Er zijn drie soorten gemeenscha­ppen waarin gebarental­en ontstaan, namelijk rond dovenschol­en, in geïsoleerd­e dorpen met een erfelijke vorm van doofheid en in situaties waarbij horenden langdurig niet kunnen of willen spreken. (Bron: Fijnedagva­n en Wikipedia)

Advertenti­e

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname