Indiase rechters spreken hindoeleiders na 28 jaar vrij van verwoesting moskee
INDIA - Een Indiaas gerechtshof heeft gisteren een groep hindoe-activisten, onder wie een voormalig vicepremier, bij gebrek aan bewijs vrijgesproken van het aanzetten tot verwoesting van een moskee 28 jaar geleden. Het vonnis kan de religieuze spanningen in India vergroten. De verwoesting van de Babrimoskee in Ayodhya door een uitzinnige menigte van duizenden hindoes leidde in 1992 tot rellen waarbij in heel India meer dan drieduizend mensen omkwamen. Het was een cruciale factor bij de opkomst van de hindoenationalistische Bharatiya Janata Party (BJP) van de huidige premier Narendra Modi.
Vier van de nu vrijgesproken aangeklaagden zijn bejaarde leiders van de BJP. Onder hen ex-vicepremier Lal Krishna Advani en oud-minister Murli
Manohan Joshi. Volgens de rechters is er onvoldoende bewijs hen direct te verbinden met het geweld, en zouden zij juist geprobeerd hebben de menigte in toom te houden. De aanklagers hadden Advani, Joshi en de dertig andere hindoenationalisten (zeventien andere beklaagden, onder wie oud-premier Atal Behari Vajpayee, zijn in de loop van het proces overleden) beschuldigd van samenzwering en opruiing van een volksmassa om de omstreden moskee in Ayodhya met de grond gelijk te maken. De 16de eeuwse Babri Masjid moskee stond volgens vrome hindoes precies op de plek waar de hindoegod Ram werd geboren. De islamitische Mogulkeizer Babur zou zijn moskee expres daar hebben laten bouwen.
Op de ruïnes van de moskee wordt nu een enorme Ramtempel gebouwd. Premier Modi legde vorige maand de eerste steen, nadat een jarenlange juridische strijd tussen hindoes en moslims over het eigendom van het betrokken perceel vorig jaar door het hooggerechtshof in het voordeel van de hindoes was beslist. Het hof bepaalde wel dat elders in Ayodhya een nieuwe moskee moet worden gebouwd.
Volgens de advocaten van de tegenpartij, de All India Muslim Law Board, hebben de opperrechters woensdag al het belastende bewijs, waaronder video- en geluidsopnames, ten onrechte terzijde geschoven. Zij kondigden aan in hoger beroep te zullen gaan. De zaak is dus na 28 jaar nog niet voorbij. (de Volkskrant)