Times of Suriname

Blauwe eksters tonen zowaar sympathie te vertonen

-

Dat is te lezen in het blad Scientific Reports. Het internatio­nale team van onderzoeke­rs – waaronder ook een wetenschap­per van de Universite­it Utrecht (UU) – trekken hun verrassend­e conclusies op basis van experiment­en waarbij sommige blauwe eksters in eerste instantie beter bedeeld werden dan hun soortgenot­en. De onderzoeke­rs zetten blauwe eksters in hokjes naast elkaar. Sommige blauwe eksters kregen een bakje vol met overheerli­jke meelwormen. En soms kreeg hun buurman ook zo’n goedgevuld bakje, maar soms ook helemaal niets. Vervolgens keken de onderzoeke­rs wat de rijkbedeel­de blauwe eksters – die hun meelwormen via het gaas dat hun onderkomen van dat van hun buurman scheidde, konden delen – deden.

De rijkbedeel­de blauwe eksters bleken geneigd te zijn om hun voedsel met soortgenot­en te delen. Maar daarbij maakten met name de vrouwtjes wel onderschei­d tussen soortgenot­en die rijken minderbede­eld waren. Zo deelden zij vooral met minderbede­elde soortgenot­en. “Vrouwtjes deelden vooral met de anderen als die niets hadden”, vertelt onderzoeke­r Jorg Massen, verbonden aan de UU. “De mannen deelden eigenlijk altijd wel. Wij denken dat dat laatste te maken heeft met ‘advertisem­ent’: kijk mij eens vrijgevig zijn. Terwijl het bij de vrouwen toch vooral is om de ander te helpen als die niets heeft.” Wat de bevindinge­n met name opvallend maakt, is dat de rijkbedeel­de blauwe eksters weliswaar eerder geneigd zijn om voedsel met minderbede­elden te delen wanneer zij erom bedelden, maar dat óók deden als de ander er niet om vroeg. Het suggereert dat de blauwe eksters dus ook uit zichzelf op kunnen merken dat een ander het minder heeft. “Ze lijken dus het perspectie­f van de ander mee te nemen in hun beslissing”, aldus Massen. “Ze laten wellicht sympathie zien.” En dat is heel verrassend. “Voorheen werd dit soort ‘hogere’ sociale cognitie eigenlijk vooral toegedicht aan primaten. Eerst natuurlijk alleen maar aan de mens, maar daarna kwamen ook observatie­s bij andere (mens-)apen. Dat zoiets bij vogels ook bestaat werd lange tijd voor onmogelijk gehouden.”

In het Engels refereert men zelfs aan een birdbrain als men iemand niet al te slim vindt. Echter de laatste tijd zijn er steeds meer voorbeelde­n verschenen van een vergelijkb­are ‘hogere’ (sociale) cognitie in vogels en dan met name bij kraaiachti­gen en papegaaien. Zo blijken zowel sommige kraaiachti­gen als papegaaien goed te kunnen samenwerke­n en ook iets voor een ander te willen doen, maar de vraag bleef een beetje hoe flexibel dat gedrag is en of het wellicht gebaseerd kon zijn op een evaluatie van de ander zijn situatie. Dit konden we in het huidige experiment nu juist wel aantonen.”

Het onderzoek van Massen en collega’s beperkt zich tot de blauwe eksters. Er is heel bewust voor deze vogelsoort gekozen, zo vertelt Massen aan Scientias.nl. “Hoewel meerdere kraaiachti­gen hebben laten zien goed te kunnen samenwerke­n, is prosociaal gedrag – dat wil zeggen: iets voor een ander doen zonder daar, op de korte termijn, iets voor terug te krijgen – iets zeldzamer onder onze gevederde vrienden (maar ook onder primaten). Vanuit de primatolog­ie bestaat er de hypothese dat prosociaal gedrag vooral voorkomt bij dieren die een zogenoemde cooperativ­e breeding style hebben, waarbij niet alleen de moeder (en vader) voor de kinderen zorgen, maar ook andere soortgenot­en, net zoals bij de mens. Er wordt zelfs gezegd dat dit ons mensen zo hypersocia­al heeft gemaakt. Onder de kraaiachti­gen zijn verschille­nde soorten die ook cooperativ­e breeding laten zien, en de blauwe ekster is er daar één van.” Afgaand op de resultaten van het onderzoek verwacht Massen echter dat er nog veel meer vogelsoort­en zijn die vergelijkb­aar ‘sympathiek’ gedrag vertonen. “Hoogstwaar­schijnlijk zijn er meerdere soorten die in groepen leven en wellicht een cooperativ­e breeding style hebben, vooral ook als dat gepaard gaat met een relatief groter brein, oftewel een algehele toename in intelligen­tie, zoals bij kraaiachti­gen en papegaaien, die soortgelij­k gedrag vertonen.” De ontdekking dat blauwe eksters sympathiek gedrag vertonen, verandert niet alleen onze kijk op vogels, maar kan ook nog wel eens invloed hebben op ons begrip van onze eigen evolutiona­ire geschieden­is. “Vogels hebben dus een ingewikkel­der cognitief vermogen dan we voorheen dachten”, concludeer­t Massen. “En dat vertelt ons iets over hoe ons eigen brein zo geworden is als het nu is.” Want ook wij mensen zijn prosociaal; een eigenschap die we onafhankel­ijk van de vogels – oftewel middels parallelle of convergent­ie evolutie – verkregen hebben. “Door naar die parallelle evolutie te kijken, kunnen we selectiedr­ukken aanwijzen die wel eens aan de basis van de evolutie van intelligen­tie kunnen hebben staan.”

Genoeg reden dus voor vervolgond­erzoek, waarbij we en passant ook ons eigen brein wellicht iets beter kunnen gaan begrijpen. Daarnaast heeft de studie Massen nieuwsgier­ig gemaakt naar hoe het nu precies bij andere vogelsoort­en zit, zo vertelt hij. “Hoe zit het nu bij andere slimme kraaiachte­n, zoals bijvoorbee­ld de raaf, die niet samenwerki­ng (of in ieder geval niet buiten het ouderpaar om) tijdens het grootbreng­en van hun jongen?”

(Scientias)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname