Ollongren snapt vragen over onduidelijkheid rond mondkapjesadvies
DEN HAAG - Vicepremier Kajsa Ollongren heeft begrip voor de vragen die er zijn over de snel veranderende mondkapjesrichtlijn van het kabinet. Maandenlang hield het kabinet vol dat mond-/neusmaskers voor schijnveiligheid zouden zorgen, maar na druk uit de Tweede Kamer kwam alsnog een dringend advies om in publieke binnenruimtes een mondkapje te dragen.
“Ik snap waarom mensen vragen: waarom nu wel?”, zei Ollongren na afloop van de ministerraad. Dat het kabinet nu met het advies komt, heeft volgens de minister te maken met de zorgwekkende toename van het aantal coronabesmettingen en ziekenhuisopnames. “Alle kleine beetjes helpen nu.”
Het kabinet kwam maandag na overleg met de veiligheidsregio’s tot het advies om met een mondkapjesadvies te komen voor coronabrandhaarden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
Onder druk van de Tweede Kamer, die zich afvraagt of het nieuwe maatregelenpakket voldoende is om de tweede golf te breken, ging premier Mark Rutte woensdag overstag en kondigde een dringend advies aan voor een landelijk mondkapjesbeleid. Wat volgde was onduidelijkheid. Een plicht zou het niet worden, en of een mondkapje ook voor de scholen zou gelden moest nog worden uitgewerkt. Ondertussen kwam het ministerie van Onderwijs donderdag met een dringend
Advertentie advies een mondmasker te dragen in het onderwijs, waarna vrijdag een uitzondering volgde voor het mbo, hbo en wetenschappelijk onderwijs. Minister Ollongren wilde niet ingaan op de vraag hoe het kabinet terugkijkt op de communicatie rond de mondkapjesrichtlijn. Volgens haar is het afwijkend advies voor het mbo en hoger onderwijs het gevolg van een overleg met de sector. “Het mbo en hoger onderwijs zeggen dat ze veel online onderwijs hebben en dat de 1,5 meter te handhaven is.”
Ollongren benadrukte dat het mondkapjesadvies gezien moet worden als aanvulling op de reeds geldende coronaregels en niet ter vervanging geldt van de afstandsregel.
(NU)