President garandeert brug Corantijnrivier nog deze regeerperiode
PARAMARIBO/NICKERIE - De brug over de Corantijnrivier komt deze regeerperiode nog. Zo verzekerde president Chandrikapersad Santokhi zaterdag zijn gehoor tijdens een bezoek, dat hij samen met vicepresident Ronnie Brunswijk en een deel van het ministersteam aan Nickerie bracht.
Santokhi zegt dat er al verregaande afspraken zijn gemaakt met twee presidenten die achter dit project staan. In de komende weken gaat minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business & Internationale Samenwerking verdere uitvoeringsafspraken maken. “Er staan financierders klaar, maar we moeten alles goed voorbereiden en het dossier goed doornemen, zodat we geen fouten maken over zaken die in het recente verleden afgesproken waren”, aldus het staatshoofd in een persbericht van zijn kabinet. Nickerie speelt als Surinames grensdistrict met Guyana een belangrijk rol in de relatie tussen de twee landen. Volgens het staatshoofd zullen er verschillende werkgroepen betrokken zijn in de samenwerking met het buurland. Een daarvan is de werkgroep Personen en Goederenverkeer tussen Suriname en Guyana.
De regering wil het gedaan krijgen dat Suriname en Guyana als twee Caricomlanden op het continent van Zuid-Amerika een hechte samenwerking aangaan. Die samenwerking moet uiteindelijk leiden tot de volledige liberalisatie van het personenen goederenverkeer tussen de twee landen. Hij benadrukt dat hierdoor smokkel, illegale doorvoer en corruptie tot het verleden zullen behoren. “Het wordt helemaal vrij, dat gaan we allemaal goed regelen en afspreken”, aldus de president die aangaf, dat er ook afspraken gemaakt zijn over een werkgroep om gezamenlijk te kijken naar de olievondst. Volgens hem liggen de oliebronnen van Suriname en Guyana niet ver van elkaar. Hij vraagt zich dan ook af waarom er afzonderlijk een grote diepzeehaven gebouwd moet worden.
Het staatshoofd meent dat de bouw juist samen gedaan kan worden en dat die samen met de particuliere sector gefinancierd moet worden. Hij denkt aan de mogelijkheid voor een Public Private Partnerschap: de twee overheden en de private sector. Het gaat president Santokhi dan niet alleen om het ontwikkelen van de oliesector, maar ook de gasindustrie. Hij geeft aan dat zowel Suriname, Guyana als FransGuyana
over gasvoorraden beschikt. De landen zouden deze sector samen kunnen ontwikkelen en exporteren naar de regio en de andere landen van Zuid-Amerika. Voor Suriname kan het de ontwikkeling van de bauxietindustrie in het Bakhuisgebied betekenen.
Zowel Santokhi als de vicepresident zegt dat de ontwikkeling van de olie- en gasindustrie impact zal hebben op Nickerie. Suriname moet hierop inspelen en Nickerie moet op deze ontwikkeling voorbereid worden. Volgens Santokhi zal de local contentdiscussie, geïnitieerd door de Staatsolie Maatschappij Suriname, binnenkort op gang komen. Hij noemt zaken als ondernemerschap, hotelwezen, moderne technologie, aanleveren van personeel, middelen, materiaal en foerage die allemaal van belang zullen zijn wanneer de ontwikkeling begint. De president gaf aan dat ook de backtrack tot het verleden zal gaan behoren. Hij schetst een beeld van een handelscentrum, steiger en werkgelegenheid.