De geneeskracht van pastinaak
Toen er nog geen aardappelen in Europa waren, aten de mensen veel pastinaak. Dit is een grote gelig witte wortel. De Romeinen en de Grieken gebruikten deze wortel ook in de keuken. De Romeinen namen hem mee naar meer noordelijke streken. Men zag dat de witte wortel in het Middellandse Zeegebied vrij klein bleef maar in koudere streken veel groter werd! Pastinaak is één van de weinige groenten die het onder koudere omstandigheden beter doet.
Pastinaak is een wat in de vergetelheid geraakte groente maar qua voedingswaarde en geneeskracht is dat onterecht. Pastinaak is zeer gezond. Foliumzuur in pastinaak beschermt de mens tegen dementie, hartziekten en osteoporose. De wortelgroente is rijk aan vezels waardoor het bloedsuikerniveau geen grote diepten en hoogten kent. Er zit genoeg kalium in pastinaak om ertoe bij te dragen dat de bloeddruk niet te hoog wordt. Door sommige fytotherapeuten wordt de pastinaak aanbevolen om sneller te herstellen van ziekten. Pastinaak wordt aanbevolen om te eten als men last heeft van nierziekten, obesitas en cellulitis. Voor mensen die aan obesitas lijden en behoefte hebben aan veel suiker eten is de pastinaak ideaal aangezien hij zoet smaakt en zeer weinig calorien of verzadigde vetten bevat. Omdat de pastinaak de nieren stimuleert, diuretisch werkt en het daardoor afvalstoffen sneller afvoert is het ook goed tegen reumatische klachten. Verder zitten er veel antioxidanten in pastinaak die vrije radicalen bestrijden.
In de oudheid en de Middeleeuwen hanteerde men de signatuurleer. Dat is de leer die zegt dat de uiterlijke eigenschappen van een plant iets zegt over de geneeskrachtige werking. Volgens deze leer zijn alle fallusvormige groenten, waaronder de pastinaakwortel ook valt, goed voor een gezond sexleven. Pastinaak is volgens de deskundigen uit de oudheid een afrodisiac net als zijn opgewonden broertje de oranje wortel.
Pastinaak bevat veel vitaminen. Het meest bevat hij vitamine C. In ons pastinaak zit 29 procent van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid(ADH) aan deze krachtige antioxidant. Vitamine K zit in ruime hoeveelheid in pastinaak; 19 procent van de ADH. Daarnaast zit er opvallend veel foliumzuur of vitamine B11 in de lange gele wortel. In 100 gram zit 17 procent van de
ADH aan B11. Van pantotheenzuur of vitamine B5 zit er 12 procent van de ADH in. Voor zowel pirydoxine(B6) als thiamine(B1) geldt dat er 7 procent van de ADH in zit. Verder zitten er van riboflavine(B2) en niacine(B3) 4 procent van de ADH in de pastinaakwortel. Pastinaakliefhebbers mogen zich verheugen in het feit dat er niet alleen zeer veel vitaminen in de wortelgroente zitten maar ook veel mineralen. Mangaan bevat pastinaak relatief het meest in verhouding tot de ADH-waarden; 24 procent van de ADH krijgt iemand binnen als hij 100 gram pastinaak opeet. Koper zit in het pastinaakje met 13 procent van de ADH. Fosfor is met 10 procent van de ADH vertegenwoordigd in een ons pastinaak. Voor zowel ijzer als magnesium geldt dat ze met 7 procent van de ADH in pastinaak huizen. Er zit 5 procent van de ADH voor zink in deze gele, lange groente. Seleen en calcium zijn allebei goed voor 3 procent van de ADH in een 100 gram pastinaak.
Je kunt pastinaak zelf kweken. Hij heeft een flink koud seizoen nodig. Pastinaak kan een korte vorstperiode prima overleven. De pastinaakzaden moet je 10 centimeter uit elkaar planten zodat de wortels zich goed kunnen vormen. Je kunt pastinaak van april tot augustus planten. De plant kan in de grond blijven zitten totdat je hem op wilt eten. De groeitijd bedraagt ongeveer 110 dagen of drie-en-een halve maand. In Nederland zou je als je wilt twee oogsten kunnen halen door de eerste eind maart/april te planten en de tweede lichting in augustus/ begin september.
Je kunt pastinaak rauw eten. Net als wortels en bietjes kun je het raspen zodat het als basis voor een salade dient. Pastinaak kan gegeten worden in plaats van aardappels of dan eigenlijk zoete aardappels aangezien ze een vergelijkbare zoete smaak hebben Je kunt ze koken, bakken of gratineren. Het is lekker om ze te kruiden met groene kruiden als basilicum, tijm en peterselie. Als je ze lang kookt, worden ze papperig en kun je ze gebruiken in plaats van meel om een soep dikker te maken. Omdat ze vrij zoet smaken, werden ze enkele honderden jaren geleden, toen suiker nog niet bestond, gebruikt om jams en cakes mee zoet te maken. Kort gegratineerd zijn ze lekker door een salade.
(Mens en gezondheid/Foto:
InfoNu)