De Jonge: ‘Vaccinatie tegen corona wordt niet verplicht’
DEN HAAG - Nederland neemt 7,8 miljoen doses van het coronavaccin dat door de Leidse farmaceut Janssen Pharmaceutica wordt ontwikkeld af, maakte minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) gisteren bekend. Als de ontwikkeling van het vaccin voorspoedig verloopt, moet het vanaf het eerste kwartaal van 2021 beschikbaar zijn. De Jonge benadrukte in het Kamerdebat over de coronawet dat zodra er een werkend vaccin is, niemand verplicht zal worden een injectie te nemen. “Ik ben niet voor een vaccinatieplicht, omdat ik denk dat dit het draagvlak voor vaccinatie ondermijnt. Dat draagvlak hebben we heel erg nodig”, zei De Jonge. Een grondslag in de wet die het mensen verplicht, is er momenteel niet en de bewindsman is niet van plan om de wet aan te passen. Bovendien denkt de minister dat je mensen die zich niet willen laten vaccineren niet kunt inenten.
De Jonge zegt zich te kunnen voorstellen dat zorginstellingen medewerkers zullen vragen zich te laten vaccineren als zij met kwetsbare mensen werken. “Dat kun je uitspreken, maar niet verplichten.” Tegelijkertijd benadrukte de minister dat een vaccin een van de belangrijkste middelen is om het coronavirus te verslaan. “Het einde van de pandemie kan ik niet voorspellen. Maar de kansrijkste troef is vaccinatie”, aldus De Jonge.
Naast de inkoop van het vaccin uit Leiden, heeft het kabinet ook alvast twee andere hoopvolle vaccins in ontwikkeling gekocht. “We wedden op alle paarden die het meeste kans maken.”
De Jonge voelde zich geroepen zich helder uit te spreken tegen een vaccinatieplicht, nadat onder meer de SGP en Groep Krol daar vragen over hadden gesteld tijdens de behandeling van de coronawet. De Jonge benadrukte dat nooit een dergelijke plicht in de spoedwet heeft gestaan. Rond de aankondiging van de coronawet is in sommige delen van de samenleving onrust ontstaan, onder meer onder complotdenkers. De Jonge: “Ik herken de intensiteit van maatschappelijke zorgen bij de meeste coronamaatregelen die worden aangekondigd. In een gepolariseerd klimaat, met bewuste misinformatie, is het niet eenvoudig maatregelen te communiceren.” Hij deed een beroep op de Kamer om de verspreiding van misinformatie tegen te gaan om polarisering te voorkomen. Maar er zijn ook serieuze zorgen bij partijen in de Tweede Kamer en rechtsgeleerden. Met name over de bepaling dat de minister grondrechten verregaand kan beperken zonder tussenkomst van de Kamer.
Op dat punt stak De Jonge de hand in eigen boezem. De aankondiging van de coronawet had volgens hem beter gemoeten. “We hadden ons meer tijd moeten gunnen, transparanter moeten zijn en meer uitleg over de wet moeten geven.” Achteraf gezien denkt De Jonge dat het beter was geweest meer tijd te nemen voor het maatschappelijk debat alvorens de wet aan de Kamer voor te leggen. De coronawet is bedoeld om een einde te maken aan de manier waarop de maatregelen, als afstand houden en de beperking van groepsgroottes, op dit moment geregeld zijn. Nu is het zo dat de veiligheidsregio’s na een aanwijzing van de minister van Volksgezondheid de maatregelen uitvoeren in een noodverordening.
Daar komen twee belangrijke problemen bij kijken: de Tweede Kamer en gemeenteraden worden er niet bij betrokken en noodverordeningen die grondrechten ingrijpend inperken, zijn niet bedoeld om voor een langere periode te gelden.
(NU)