Spierscheur van de quadriceps femoris bij sporters
De quadriceps femoris is de grootste spier van het menselijke lichaam en helpt bij het strekken van de knie en buigen van de heup. Maar wat als het foutloopt? Bij explosieve bewegingen kan de spier scheuren, gaande van enkele vezels tot een volledige spierscheur. Dit heeft een hevige pijnscheut en vaak ook meteen functieverlies tot gevolg in het getroffen been, afhankelijk van de uitgebreidheid van het letsel. Al herstelt de kwetsuur zich in de meeste gevallen vanzelf, is een specifieke behandeling vaak nuttig en soms onmisbaar.
Enkel de eerste hiervan loopt zowel over de heup als de knie en heeft dus ook op beide uitwerking. De andere drie werken enkel als strekker van de knie. De rectus femoris is het meest frequent aangedaan van de vier spierkoppen. Vooral de overgangen van spier naar pees, zowel ter hoogte van de heup als de knie, zijn het vaakst gekwetst.
Hierbij zijn slechts enkele vezels betrokken. Er kan een lichte vochtophoping, een spasme en wat ongemak optreden met weinig of geen krachts- en bewegingsverlies. Na de korte pijnscheut ter hoogte van het letsel, spelen de meeste sporters gewoon door. Dit kan echter een zwakke plek worden die later verder kan scheuren.
Een hevige, plotse pijnscheut die wandelen moeilijk maakt. Er kan zwelling en een zichtbare bloeduitstorting (na enkele dagen) optreden. Ook is het vaak mogelijk om een onderbreking in de spier te voelen met de hand. Doorspelen is hierbij meestal onmogelijk en de patiënt kan zijn knie moeilijk buigen of tegen weerstand strekken
Een (quasi) volledige spierscheur die leidt tot compleet functieverlies. De zwelling kan onmiddellijk optreden en een uitgebreide bloeduitstorting is vaak binnen 24u zichtbaar. Er is mogelijks ook een uitstulping voel en zichtbaar met de hand als men vraagt de knie te strekken.
Al is de diagnose meestal makkelijk te stellen door goed te luisteren naar het verhaal van de patiënt, zijn er toch enkele klinische tests die belangrijk zijn om de uitgebreidheid, de exacte locatie en functiebeperkingen te achterhalen. Deze kunnen namelijk mee de gekozen therapie bepalen:
Inspectie: defecten als zwelling, uitstulpingen en bloeduitstortingen zijn mogelijks zichtbaar met het blote oog. Palpatie (voelen met de hand): hiermee kan de exacte locatie beter bepaald worden van het letsel, daar een bloeduitstorting zich bijvoorbeeld niet altijd ter hoogte van het letsel toont.
Krachttests: de functie van de quadriceps kan geobjectiveerd worden door middel van het strekken van de knie en buigen van de heup tegen weerstand. Om de rectus femoris te kunnen onderscheiden van de andere spierbuiken, kan het strekken van de knie getest worden in zit én in buiklig. Met gebogen heup is deze spier namelijk minder actief.
Bewegingsvrijheid gewrichten: hier kan de therapeut nakijken hoe ver men bijvoorbeeld de knie kan buigen voor er weerstand optreedt in de quadriceps, die hiermee op lengte wordt gebracht.
Bij twijfel, kan er geopteerd worden voor een echografie of in bepaalde gevallen ook een RX of MRI om de exacte lokalisatie en uitgebreidheid van het letsel te bepalen of om andere diagnoses, zoals bijvoorbeeld een avulsiefractuur (afrukken van een botstuk in plaats van de spier die scheurt), uit te sluiten. Afhankelijk van de wensen van de patiënt en de uitgebreidheid van het letsel kan dit individueel of met hulp van een fysiotherapeut gebeuren. Deze fase kan meestal opgestart worden vanaf 3 tot 5 dagen na het voorval en bestaat uit mobiliseren van de knie, stretchen, krachttraining, oefeningen op proprioceptie (‘lichaamssensatie’), evenwicht en coördinatie. Belangrijk hierbij is dat men de oefeningen integreert in patronen die de patiënten effectief gebruiken in hun sport. (mens en gezondheid/Foto: Kosta Nieuws)