Zoon ex-minister krijgt een jaar en zes maanden celstraf Gevangenneming gelast
PARAMARIBO - Rechter Maureen Dayala heeft Riaaz K, zoon van ex-minister Roline Samsoedien, gisteren veroordeeld tot een jaar en zes maanden onvoorwaardelijke celstraf onder aftrek van de tijd in voorarrest, voor het plegen van ontucht met een tienjarig meisje. Zij gelastte zijn gevangenneming.
Advocaat Irene Lalji, die samen met haar collega Murwin Dubois juridische bijstand verleent aan Riaaz K, zegt aan de krant dat met zulke vonnissen het Wetboek van Strafvordering door het raam gegooid kan worden. Zij geeft aan dat tegen het vonnis hoger beroep wordt aangetekend. Met wat de rechter heeft gesteld, is zij het totaal niet eens. Zij blijft erbij dat in deze zaak het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk verklaard moet worden, omdat het een klachtdelict betreft. Lalji zegt dat artikel 152 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering aangeeft: “Bij strafbare feiten, alleen op grond van een klacht vervolgbaar, geschiedt deze klacht mondeling of schriftelijk bij de bevoegde ambtenaar, hetzij door de tot de klacht gerechtigde in persoon, hetzij door een ander, daartoe door hem van een bijzondere schriftelijke macht voorzien. De klacht bestaat uit een aangifte met verzoek tot vervolging.” In artikel 152 lid 3 staat ‘Alles op straffe van nietigheid.’ Zij geeft aan dat het om een minderjarige gaat die een natuurlijk kind is van de moeder. Het slachtoffer is niet erkend, waardoor haar stiefvader geen klachtgerechtigde is. De klacht moest ingediend worden door de moeder van de minderjarige, maar dat is niet gebeurd. Lalji vindt dat het Wetboek van Strafvordering een dwingende bepaling heeft over hoe aangifte en klachtdelict behandeld moeten worden. Dit houdt in dat de kantonrechter zo een vormverzuim niet kan repareren. Volgens Lalji heeft Riaaz K geen eerlijk proces gehad. “Ik noem het een verwrongen vonnis. Koste wat kost, Riaaz K moest veroordeeld worden.” Ook kan zij zich er niet in terugvinden dat de rechter voorbij is gegaan aan het DNA-bewijs, dat bewijsuitsluiting geeft. In het vonnis motiveerde Dayala dat de verklaring van het slachtoffer als zeer consistent en gedetailleerd moet worden aangemerkt en ook nog ondersteuning vindt in de aangehaalde getuigenverklaringen en de verklaring van de veroordeelde. Uit de geneeskundige verklaring blijkt dat het maagdenvlies van het meisje intact is. Zij vond dat niet is komen vast te staan dat degene die de klacht heeft ingediend, bevoegd was. Dayala motiveerde echter dat in geval sprake is van vormverzuim, de rechter moet beoordelen of aan dat verzuim rechtsgevolg verbonden dient te worden. Reparatie van verzuim is volgens haar mogelijk, indien de klachtgerechtigden ten tijde van de aangifte vervolging wensten. Zij merkte dat zowel bij de politie als op de zitting de wettige gezagvoerders vervolging hebben gewenst, waardoor het Openbaar Ministerie ontvankelijk is. Volgens deze zijn uit het tactische onderzoek genoeg feiten en omstandigheden gebleken die tot het bewijs hebben geleid. Riaaz K, was eerder in vrijheid gesteld, maar verscheen gisteren niet op de zitting. WJ