Waarnemend DNA-voorzitter ontvangt petitie boothouders Commewijne
PARAMARIBO - Boothouders van Commewijne, verenigd in de Vereniging van Boothouders in het district Commewijne (VBDC), hebben een beroep op het parlement gedaan om de overheid ertoe te bewegen ze in aanmerking te laten komen voor COVID19-compensatie. Er was een periode waarin de boothouders geen diensten mochten verlenen aan de gemeenschappen in Commewijne. Voor deze periode vragen ze compensatie. Hiervoor hebben ze een petitie aangeboden aan de waarnemend voorzitter van De Nationale Assemblee (DNA), Dew Sharman.
De personen die de petitie hebben overhandigd, zeggen dat zij het even moeilijk hebben als andere Surinamers in deze COVID-19-periode. Toch worden ze bedreigd met het intrekken of laten inleveren van hun vergunningen als ze niet akkoord gaan met een tariefvoorstel dat niet kostendekkend is.
Sharman onderkent dat de boothouders ook gebukt gaan onder de moeilijke financieeleconomische omstandigheden. “We erkennen dat u ook toe bent aan lotsverbetering.” De waarnemend voorzitter is er ook van op de hoogte dat het Ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) heeft onderhandeld met de VBDC, maar dat partijen niet tot een vergelijk zijn gekomen. Voor Sharman is het prijzenswaardig dat de boothouders willen werken, ondanks de moeilijke situatie. Echter, zij moeten ook begrijpen dat de regering onvoldoende ruimte heeft om alles tegelijk te doen. De waarnemend voorzitter vraagt begrip hiervoor, maar aan de andere kant zegt hij: “Als u werkt, dan wilt u inderdaad verdienen. We weten dat u een gezin achter u heeft, dat ook onderhouden moet worden. We weten dat u reparaties moet doen aan uw boten.” Verder heeft Sharman aangegeven, dat COVID-19 zaken enigszins heeft bemoeilijkt, maar dat zij wel recht hebben op de compensatie. Sharman heeft de groep toegezegd dat de petitie zal worden doorgeleid naar de Vaste Commissie van TCT in het parlement. Verder heeft hij beloofd zich persoonlijk te zullen inzetten om deze kwestie te bespreken met TCTminister Albert Jubitana, om tenminste ervoor te zorgen dat de compensatie waar de boothouders recht op hebben vanwege COVID, hun toekomt. Als die in orde is, dan kunnen zij tenminste het hoognodige aan hun boten repareren.
Simultaan zal ook worden gekeken naar het probleem van de tarieven. De waarnemend voorzitter zegt dat dit niet alleen een probleem is van de boothouders, maar zeker ook van de bushouders. “Deze kwestie behoeft integrale aanpak”, zegt Sharman.