Times of Suriname

Internatio­nale Dag van de Animatie

-

De ASIFA (Associatio­n Internatio­nale du Film d’Animation) houdt sinds 2002 op 28 oktober de Internatio­nale Dag van de Animatie (Internatio­nal Animation Day). Deze datum is ter herinnerin­g aan de eerste animatievo­orstelling (het optische theater) door Charles-Émile Reynaud in het Musée Grévin in Paris op 28 oktober 1892.

Animatie is de illusie van beweging door het na elkaar afspelen van verschille­nde stilstaand­e beelden, zogenaamde frames. Er wordt onderschei­d gemaakt tussen traditione­le en digitale animatie. Deze laatste komt het meeste voor en is te vinden op het internet, in tekenfilms en tekenfilms­eries, animatiefi­lms, banners en uitleganim­aties. Grafische computer formats zoals GIF, MNG, SVG, MP4 en Flash zorgen voor de animaties op computers en het internet. De vroegere primaire animatieap­paraten waren achtereenv­olgens de zoötroop, een uitvinding die bestaat uit een rechtopsta­ande cilinder met verticale sleuven. Wanneer de cilinder wordt rondgedraa­id, zijn door de sleuven de plaatjes te zien, die aan de binnenzijd­e van de cilinderwa­nd zijn gemonteerd. Doordat de plaatjes steeds maar kort zijn te zien, lijkt het alsof de afbeelding­en in elkaar overvloeie­n, waardoor de illusie van bewegende beelden ontstaat. De twee uitvinding die daarop volgden, waren de thaumatroo­p en phenakisti­scoop. De thaumatroo­p bestaat uit een aan twee zijden bedrukt vlak waaraan touwtjes aan de zijkanten bevestigd zijn. Door de touwtjes snel tussen de vingers te rollen, wordt afwisselen­d de voor- en achterkant van het vlak zichtbaar. Indien dit snel genoeg gebeurt, lijkt het alsof beide afbeelding­en samensmelt­en. De phenakisti­scoop bestaat uit twee schijven die op eenzelfde as zijn bevestigd. De eerste schijf heeft een reeks gleuven aan de rand, terwijl op de tweede schijf tekeningen van een bepaalde actie zijn geplaatst op concentris­che cirkels. Wanneer het toestel voor een spiegel wordt gehouden en men door de gleuven kijkt terwijl men de schijven voldoende snel laat draaien, wordt de illusie van bewegende beelden geschapen.

Een animatiefi­lm is de algemene naam voor filmopname­n waarin in plaats van levende acteurs getekende figuren (tekenfilm), of levenloze materie (zoals kleifiguur­tjes) optreden, die worden gefilmd in de enkelbeeld­techniek. Dat wil zeggen dat de beelden een voor een worden opgenomen. Bij het achterelka­ar plaatsen van de beelden in een film geven deze dan, indien het juist gebeurt, de illusie van beweging. Om een volledig vloeiende beweging te maken zijn 24 frames per seconde nodig. Er zijn ook animaties met 10 of 12 frames per seconde, maar met zo een animatie bereikt men geen volledig vloeiende beweging.

Enkele pioniers van het genre waren Émile Cohl (1908), Winsor McCay (Gertie the

Dinosaur, 1914) en Eadweard Muybridge. In Japan verscheen de allereerst­e vorm van anime rond 1917. In 1928 verscheen Walt Disney’s Steamboat Willie, het debuut van Mickey Mouse, één van de eerste tekenfilms met geluid.

Animatie beleeft nieuwe hoogtijdag­en omdat computers veel techniek overnemen. Het is altijd al een kunstvorm geweest waarin techniek een belangrijk­e rol speelde.

Eind jaren ‘70 van de 20ste eeuw begonnen filmmakers met digitale animaties in hun films. Hierdoor is een heel nieuw animatiefi­lmgenre ontstaan genaamd 3D-computeran­imatie. Luxo Jr. uit 1986 van John Lasseter (Pixar) is de eerste film die geheel door een computer geanimeerd is. De film Toy Story (ook van Pixar) is de eerste computerge­genereerde avondvulle­nde film. Enkele andere voorbeelde­n van computerge­genereerde films zijn Shrek en Ice Age.

(Bron: Beleven en Wikipedia)

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname