Rutte, Asscher en Wiebes gehoord over toeslagenaffaire
DEN HAAG - Premier Mark Rutte, PvdA-leider Lodewijk Asscher, ministers Eric Wiebes (Economische Zaken) en Wopke Hoekstra (Financiën) en veel andere politieke prominenten moeten eind november aanschuiven voor een verhoor onder ede over de toeslagenaffaire. De parlementaire ondervragingscommissie hoopt via hen te reconstrueren hoe die zaak zo uit de hand heeft kunnen lopen.
De commissie heeft een lange lijst opgesteld van politieke prominenten die op de een of andere manier een rol hebben gespeeld in de toeslagenaffaire. Daarin werden tienduizenden ouders aan de hand van een harde fraudeaanpak en een streng systeem door de Belastingdienst onterecht als fraudeurs bestempeld. Het kabinet heeft inmiddels 500 miljoen euro uitgetrokken om die ouders te compenseren.
Maar daarmee is de kous niet af. Voor de zomer werd er een parlementaire ondervragingscommissie ingesteld die gaat onderzoeken hoe het zo ver heeft kunnen komen. Premier Rutte wordt verhoord omdat hij voorzitter was van de ministeriële commissie onder kabinet-Rutte II waarin de harde fraudeaanpak werd bedacht.
Daarnaast heeft de commissie tal van (oud-)bewindspersonen van de ministeries van Sociale Zaken en Financiën uitgenodigd, omdat die ministeries verantwoordelijk zijn voor het beleid en de uitvoering rond toeslagen. In die hoedanigheid moet bijvoorbeeld PvdA-leider en oud-minister van Sociale Zaken Asscher aanschuiven. Hetzelfde geldt voor de oud-staatssecretarissen van Financiën Wiebes, Menno Snel en Frans Weekers. Ook de huidige minister van Financiën Hoekstra, die na het vertrek van Snel de portefeuille kort waarnam, en oudstaatssecretaris van Sociale Zaken Tamara van Ark (nu minister voor Medische Zorg) komen aan bod. De verhoren zijn in de tweede helft van november. In de eerste week komen vooral topambtenaren aan bod, in de week van 23 november zijn de verhoren van de politieke prominenten.
“We hebben ons ten doel gesteld om een reconstructie te maken van wat er in die jaren is gebeurd”, zei commissievoorzitter en CDA-Kamerlid Chris van Dam. De commissie richt zich op de jaren 2013 tot en met eind 2019, dus voor het begin van de hersteloperatie die nu op poten wordt gezet. De commissie wil volgens Van Dam onder meer antwoord op de vragen ‘wie wist wat wanneer’, wie de fraudeaanpak goed heeft gekeurd en hoe die zo uit de hand heeft kunnen lopen.
(De Telegraaf)