Azerbeidzjan en Armenië beschuldigen elkaar opnieuw van geweld
AZERBEIDZJAN - Ondanks nieuwe afspraken over een deescalatie van het conflict in de separatistische regio Nagorno-Karabach, hebben de Azerbeidzjaanse en Armeense overheden elkaar gisteren opnieuw beschuldigd van geweld. Er werden verschillende steden en dorpen aangevallen. Volgens een mededeling van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) waren Bakoe en Jerevan vrijdag nog overeengekomen om geen aanvallen uit te voeren op burgers en op niet-militaire doelwitten. Maar het Armeense ministerie van Defensie zegt dat de stad Martuni zondagmorgen onder vuur werd genomen door het Azerbeidzjaanse leger. Er werd grote schade aangericht, maar er zijn geen meldingen van gewonden, zo zegt een woordvoerster.
Het ministerie van Defensie van Azerbeidzjan maakt eveneens melding van schendingen van de afspraken. Daar luidt het dan weer dat Armeniërs aanvallen hebben uitgevoerd op de stad Terter en op enkele kleinere dorpen. Sinds het losbarsten van de gevechten tussen Azerbeidzjaanse en Armeense troepen eind september zijn al honderden mensen om het leven gekomen. De buurlanden leven in onmin over Nagorno-Karabach, een regio die officieel bij Azerbeidzjan hoort, maar zich in de jaren negentig afscheurde. De voorbije weken zijn al verschillende pogingen om tot een staakt-het-vuren te komen op een mislukking uitgedraaid. (HLN)