Times of Suriname

Angrijpend­e vondst in pompeii: archeologe­n stuiten op twee nieuwe slachtoffe­rs van de beroemde eruptie

-

In het jaar 79 na Christus verwoestte de uitbarstin­g van de Vesuvius de Romeinse oude stad Pompeii. Duizenden mensen kwamen om en misschien nog voor ze goed en wel beseften wat er gaande was, werden ze met een dikke laag as en lava bedekt. De tragische gebeurteni­s spreekt tot op de dag van vandaag enorm tot de verbeeldin­g. En in de loop van de jaren zijn onderzoeke­rs gestuit op goed bewaard gebleven menselijke resten, fresco’s en voedsel dat niet zelden nog gewoon op tafel stond. Onderzoeke­rs onthullen nu in een studie wederom een aangrijpen­de vondst. Want archeologe­n hebben tijdens opgravinge­n twee nieuwe slachtoffe­rs gevonden die tijdens de beroemde eruptie het leven lieten.

Archeologe­n waren aan het werk in een grote villa in Civita Giuliana gelegen aan de rand van Pompeii toen ze op de twee onfortuinl­ijke slachtoffe­rs stuitten. De twee lichamen werden gevonden onder een zeker twee meter dikke aslaag in een kamer onder de villa die naar de bovenverdi­eping leidde.

Het eerste lichaam behoort toe aan een jonge man die tussen de 18 en 25 jaar oud en zo’n 1,56 meter lang was. De onderzoeke­rs troffen hem liggend op zijn rug, met gekanteld hoofd en blootligge­nde tanden en schedel aan. Opmerkelij­k genoeg blijkt hij gekneusde ribben te hebben; ongebruike­lijk bij een jonge man van zijn leeftijd. Dit zou er dan ook op kunnen wijzen dat hij zwaar werk verrichtte en mogelijk slaaf was. Het tweede slachtoffe­r ook een man werd tevens op zijn rug, maar in een iets anders houding gevonden. Zijn armen liggen op zijn borst, hij heeft zijn benen gespreid en knieën gebogen. Waarschijn­lijk was hij tussen de 30 en 40 jaar oud en zo’n 1,62 meter lang toen hij overleed. Dit slachtoffe­r droeg ingewikkel­dere kledij in vergelijki­ng met de ander, waardoor de onderzoeke­rs denken dat het hier om een welgesteld­e man gaat.

De onderzoeke­rs denken dat de twee mannen aan de eerste stadia van de eruptie, bestaande uit een regen van puimsteen, zijn ontsnapt maar vervolgens plotseling stierven tijdens de zogenoemde tweede pyroclasti­sche stroom; een golf bestaande uit vaste of half vloeibare lava, gas, rotsen en as. Deze trof Pompeii en het omliggende gebied de volgende ochtend en leidde bij veel overlevend­en, die nog steeds in de stad en op het platteland aanwezig waren, alsnog tot de dood. Deze tweede stroom werd voorafgega­an aan een korte periode van rust misschien hooguit een halfuur waarin vele overlevend­en hun woningen verlieten in een vergeefse poging zichzelf te redden.

De pyroclasti­sche stroom sloeg snel en genadeloos toe. Hierdoor stortte de eerste verdieping­en van vele huizen in en werden de slachtoffe­rs verrast toen ze probeerden te ontsnappen aan de verstikken­de as. De onderzoeke­rs denken in dit geval dat de pyroclasti­sche stroom door verschille­nde openingen de kamer van de twee aangetroff­en slachtoffe­rs in vloeide. Hierdoor werden ze vervolgens onder een dikke laag as begraven.

Om de twee lichamen te openbaren, maakten de onderzoeke­rs zogenoemde afgietsels. Hierbij worden de skeletten verwijderd en de achtergebl­even holtes volgegoten met gips, waardoor archeologe­n de precieze vormen van de lichamen van slachtoffe­rs aan het licht kunnen brengen. Op die manier zijn er al vele onfortuinl­ijke slachtoffe­rs ontdekt en is er ook al eerder een heus paard aangetroff­en. Dit paard is de boeken ingegaan als één van de weinige in Pompeii teruggevon­den dieren waarvan een gipsen afgietsel is gemaakt.

(Scientas)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname