Adhin: Directeur deed aangifte uit wraak
PARAMARIBO - Voormalig vicepresident, Ashwin Adhin, heeft gisteren tijdens zijn hoorzitting in het parlement gesteld dat de huidige directeur van het Kabinet van de Vicepresident, Tania Muskiet, aangifte tegen hem heeft gedaan uit rancune. Hij zou haar namelijk ontheffen uit die functie. Vandaar dat zij de procureurgeneraal voor hem inschakelde op verdenking van diefstal en vernieling van media-apparatuur op het kabinet.
Dit haalt de krant uit een schriftelijke verklaring van Adhin, die zegt onschuldig te zijn. In de verklaring staat dat directeur Tania Muskiet persoonlijk door Adhin is aangetrokken en gedurende een jaar als waarnemend directeur heeft gefunctioneerd. Maar al gauw bleken er strubbelingen tussen haar en het personeel, waardoor Adhin haar wilde ontheffen. “Die ontheffing kon helaas niet, omdat zij al in de functie als waarnemend directeur had gediend en wetshalve noodzakelijkerwijs benoemd zou moeten worden, alvorens tot ontheffing overgegaan kon worden. Deze mededeling was haar ook al gedaan.
Intussen was de vervroegde regeringswisseling al een feit. Mijns inziens is de mevrouw in kwestie uit op wraak en rancune tegen onder andere mijn persoon, vanwege mijn oordeel omtrent haar functioneren en mijn besluit haar te ontheffen. Haar houding en gedrag al geruime tijd tegenover het personeel, in het bijzonder het hoofd Technische Dienst de heer Ramkhelawan, de secretaris van de RvM mevrouw Ormskerk en het hoofd ICT de heer Dankerlui zijn belangrijk vast te houden in deze zaak. Vastgesteld moet worden dat de aangifte wordt gedaan door mevrouw Muskiet zonder dat haar superieuren daar kennis van dragen en, zoals later in mijn relaas zal blijken, dat die een compleet andere mening op na houden”, staat in de schriftelijke verklaring van Adhin.
Adhin zegt hetgeen de directeur heeft gedaan in strijd is met gemaakte afspraken tussen hem en de huidige vicepresident, over het gebruik van goederen in de periode na de regeringswisseling. Volgens verklaringen van de ex-vicepresident zijn spullen als persoon aangekocht en hebben een waarde van SRD 150 duizend. “Het is billijk dat de ex-vicepresident nog gebruik kan maken van goederen, alsook manschappen, totdat alles goed is uitgezocht en terecht is bij de eigenaren. Dit soort afspraken in transitieperioden zijn gebruikelijk en vanzelfsprekend, zeker in dit geval, gezien de vervroegde regeringswisseling van bijkans één maand eerder dan gepland”, haalt de voormalig regeringsleider aan.
Ten aanzien van apparatuur van de afdeling Communicatie dat er niet zou zijn na een inventarisatie, zegt Adhin dat het zeldzaam is dat er inventarisaties worden opgemaakt van spullen op het kabinet of ministeries. “Er zou bij navraag bij de Technische Dienst en of ruggespraak met het secretariaat van de RvM, in deze mevrouw Ormskerk, zeker boven water gekomen moeten zijn, welke spullen al waren afgeschreven en verplaatst. Dit heeft de directeur duidelijk nagelaten te doen. Eerdergenoemde mevrouw Muskiet heeft kennelijk opzettelijk nagelaten de interne structuren te consulteren en rauwelijks de aangifte te doen”, aldus Ahin.
“Nadat de huidige president publiekelijk een oproep had gedaan om de goederen die ontbraken, om deze terug te bezorgen om te voorkomen dat de politie hiermee zou worden belast, zijn enkele apparaten en meubilair terugbezorgd op het Kabinet van de Vicepresident. Deze werden terugbezorgd door zekere Ramkhelawan...
Dit is misleidend en onwaar. In mijn proces-verbaal is duidelijk aangegeven dat, alhoewel er spullen terugbezorgd zullen zijn door personeel in de periode na de regeringswisseling, is er pas na afstemming tussen de ex-vp en de huidige vp betreffende een schenking van spullen aan het Doveninstituut, de spullen afgeschreven per memo van 8 juli 2020, zijn teruggeschonken met het doel, om deze verder te doen toekomen aan het Doveninstituut.
Deze set aan afgeschreven spullen ten behoeve van schenking, behoorden aldus niet meer aan de Staat toe, maar zijn wederom geschonken aan de Staat. De beweegreden van de weder-schenking van deze specifieke goederen aan de huidige vp is aldus niet vanwege de oproep van de president, maar vanwege het feit dat: de schenking aan het Doveninstituut nog niet had kunnen plaatsvinden door de hals-over-kop één maand vervroegde regeringswisseling; 2 het nog niet in plaats hebben van optimale beveiliging van het pand aan de Nassylaan voor de spullen waarbij zowel de spullen als het pand beschikbaar gemaakt diende te worden voor het Doveninstituut; 3 en het feit dat op een gegeven moment de huur van het pand werd opgezegd door het Kabinet van de Vicepresident, waarvan de reden nog onduidelijk is. Al het bovenstaande heeft mij genoopt de huidige vp te contacten, zodat hij de apparatuur in ontvangst kon nemen, om zelf als nieuwe vp de schenking te doen aan het Doveninstituut, liefst met een pand zoals dat in de eerste plaats de wens was van het instituut”, aldus een deel uit de schriftelijke verklaring van Adhin.